1. Muziekinstrumenten : De middeleeuwen en later (deel 2)
a. Slaginstrumenten
Gebruik van lichaamsdelen :
- de handen om te klappen en te slaan tegen romp, been, dij, …
- de vingers om te knippen
- de voeten om te stampen, te tikken
Er worden diverse soorten trommen gebruikt, groter of kleiner. Wellicht ook stokken, die tegen elkaar worden geslagen om een ’tik’ te produceren of om te kloppen/tikken tegen andere voorwerpen.
Tamboerijn of tambourine
b. Snaarinstrumenten
Snaarinstrumenten of chordofonen zijn instrumenten waarbij de klank ontstaat door trillingen van gespannen snaren.
b1. Strijkinstrumenten
- De vedel
Vedel, in de literatuur ook wel aangeduid als fidula of viola (in het Latijn), gigue (in het Frans), fydell (in het Engels). De Arabische naam voor de vedel, rebab, wordt daar nog steeds gehanteerd. De vedel is een verre voorloper van de viool, in sommige modellen zie je vaag de vorm opdoemen die de viool nu heeft. Dit strijkinstrument was bijzonder populair in de Middeleeuwen.
De vedel kende ook vele vormen. Dit werd veroorzaakt door het feit dat iedere speler destijds zelf zijn eigen instrument, zijn eigen vedel maakte. De vorm werd wel van elkaar gekopieerd, en langzamerhand werden steeds meer verbeteringen in het ontwerp geïntroduceerd. De klankkast werd bij voorkeur uit een stuk hout gebouwd, evenwel werden de onderdelen veelal aan elkaar gelijmd. Ze bevat zes snaren. De korthalsvedel werd met de linkerhand tegen de borst of hals gehouden. Met de rechterhand werd door middel van de strijkstok gemusiceerd. Tijdens de renaissance werd de familie uitgebouwd en werden de grotere types geklemd tussen de benen en zo bespeeld. Het instrument werd zowel bij religieuze als burgerlijke feesten bespeeld. |
- Viola da gamba
De viola da gamba (Italiaans voor beenviool) is een familie van strijkinstrumenten die haar oorsprong heeft in de gitaar , meer bepaald de vihuela de arco. Het instrument verkreeg zijn huidige vorm in de 16e eeuw. Met name in Engeland waren in de 16e en 17e eeuw gambaconcorten (ensembles van verschillende gamba’s) populair.
De gamba heeft vijf tot zeven (meest zes) snaren en bestaan uit verschillende groottes.
Grotere gamba’s worden tussen de benen geklemd (zie voorpagina). Vaak wordt gedacht dat de cello zich uit de viola da gamba ontwikkeld heeft. Dit is echter niet waar; de cello en de gamba zijn tegelijkertijd ontwikkeld. Een belangrijk verschil is dat de cello geen bundes heeft en dat de gamba onderhands, en de cello bovenhands wordt gestreken.
Het corpus (klankkast) van de contrabas heeft dezelfde vorm, toch is deze geen familie van de gamba, maar van de viola da braccio.
3a. Het organistrum
Het organistrum kan worden omschreven als de vroegst bekende vorm van de draailier. Het organistrum was groot genoeg om op de knieën te rusten van twee artiesten die naast elkaar zaten. De ene draaide de slinger die het wiel in beweging zette, terwijl de andere, de muzikant, de toetsen manipuleerde. Het woord organistrum is afgeleid van organum en instrumentum. Het organistrum was een snaarinstrument van die periode. Middeleeuwse muziekinstrumenten zoals een viool of vielle werden gebruikt als model. In het lichaam van het organistrum zat het wiel, met een band van goed ingevet leer en het gemakkelijk werken via een opening in het klankbord. De drie snaren rustten op het wiel, die werden ondersteund op een brug van dezelfde hoogte.
3b. Een draailier of Hurdy gurdy
Een draailier (een vroegere versie ervan wordt ook wel organistrum genoemd) is een soort “gemechaniseerde” viool/vedel. De strijkstok is hierbij vervangen door een wiel dat door middel van een zwengel wordt rondgedraaid en dat met hars stroef gemaakt wordt. De snaren drukken hier tegenaan. Bij een draailier worden twee snaren in klank gezet. Met de ene snaar maak je verschillende tonen, de andere snaar laat constant dezelfde bastoon klinken. De melodiesnaar/snaren (chanterelle(s)) worden met tangenten verkort wanneer de corresponderende toets wordt ingedrukt. De bourdonsnaar/snaren zijn continu te horen maar kunnen per snaar ook in- en uitgeschakeld worden. De aanwezigheid van bourdon- en melodiesnaren maakt dat een draailier veelal dezelfde eigenaardigheden deelt met een heel ander instrument: de doedelzak.
3c. De nyckelharpa
De nyckelharpa betekent letterlijk sleutelharp/toetsharp en is een snaarinstrument uit Zweden dat wordt gebruikt om volksmuziek te spelen.
De nyckelharpa is verwant met de draailier. Bij beide instrumenten drukt de speler snaren in via toetsen, waardoor de toonhoogte wordt bepaald. De nyckelharpa wordt met een korte strijkstok aangestreken. Dat is het belangrijkste verschil met de draailier, waar de snaren in beweging worden gebracht door een wiel met een zwengel. Zo valt de nyckelharpa samen met de draailier eerder in de categorie ‘mechanische instrumenten’, al is het strikt genomen een strijkinstrument.
De muzikant bespeelt het instrument in zittende positie, met de harpa dwars op zijn schoot, of staande waarbij het met een riem rond de nek hangt. De boogvoering gebeurt opwaarts. Met de linkerhand bedient de bespeler toetsen.
- De tromba marina
Een tromba marina, marine trompet of nonnenviool, (Fr. trompette marine; Ger. Marientrompete, Trompetengeige, Nonnengeige of Trumscheit, Pol. tubmaryna) is een driehoekig strijkinstrument dat werd gebruikt in middeleeuws en renaissance Europa en dat in de 15e eeuw zeer populair was in Engeland en overleefde tot in de 18e eeuw. De tromba marina bestaat uit een lichaam en hals in de vorm van een afgeknotte kegel die rust op een driehoekige basis. Het is meestal vier tot zeven voet lang en is een monochord (hoewel sommige versies sympathisch trillende snaren hebben). De naam komt van het trompetachtige geluid vanwege de ongebruikelijke constructie van de brug en de gelijkenis van de contouren met de maritieme sprekende trompet uit de Middeleeuwen.
Martina van Duo Ultreya (zie ook ’t Capriooltje april 2023) bespeelt de nyckelharpa en Peter de tromba. Ze spelen hier op zelfgemaakte instrumenten!
Geraadpleegde web-sites :
https://muziek-en-film.infonu.nl/instrumenten/96714-muziekinstrumenten-de-middeleeuwen.html
https://hellomusictheory.com/learn/renaissance-instruments/
http://www.geschiedenis.westerschool.picto.nl/PDF/museumgids.pdf
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vedel
https://nl.wikipedia.org/wiki/Viola_da_gamba
https://www.medieval-life-and-times.info/medieval-music/organistrum.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Draailier
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nyckelharpa
https://wikimili.com/en/Tromba_marina#Tromba_marina.jpg
https://www.duo-ultreya.be/nederlands/muziek/instrumenten.html
2. Verslag van de activiteiten
De start van het nieuwe jaar verliep feilloos. De tweede maand van 2024 liet ons al druk van start gaan.
Begin februari werden we verwacht in de academie Parcour te Oudenaarde voor een workshop en een renaissance voorstelling. We werden die bewuste vrijdagavond hartelijk en zeer enthousiast ontvangen door een toffe balletdanseres. Kinderen, jeugd, volwassenen en muzikanten van de dans- en muziekacademie stonden reeds te popelen om te mogen en te kunnen mee bewegen met de historische dansen. Geoefende en minder geoefende dansers, zeer enthousiast, gaven blijk van totale overgave en waren vlug mee om reeds enkele dansen tot een goed einde te brengen!
Een 40-tal nieuwsgierigen zaten reeds vol spanning te wachten op onze komst voor het optreden. We hoorden een oooh en een oooh en nog meer oooohs toen we de zaal hoffelijk, gratieus binnenstapten. Iedereen genoot in stilte van de oude muziek en de sierlijke hofdansen.
Vele belangstellenden stelden nadien nog vragen i.v.m. de dansen (van waar komen die, hoe werden ze terug samengesteld, …), de muziek, life begeleiding en de kledij (zelf gemaakt, welk materiaal,…)
Vermoeid maar zeer voldaan keerden we huiswaarts!
Half februari stond onze algemene jaarlijkse ledenvergadering op het programma. Tijdens de ontvangst kregen onze leden de gelegenheid om een opname van de GF te bekijken : aan het hof van Maria van Hongarije. De vergadering op zich, waarbij alle leden vertegenwoordigd waren, verliep vlot, aangenaam en rustig. Nadien konden we de beentjes nog een half uurtje aan ’t werk zetten.
Eind februari gaven we de gelegenheid om geïnteresseerden kennis te laten maken met historische dansen tijdens een opendeuravond. Een 6-tal jonge en minder jonge deelnemers genoten van de Farandole, Branle des chevaux en de Pavane. Met een kleine demonstratie sloten we de avond af. Dank u wel deelnemende dansers.
Enkele Capriolers genoten begin maart van een sfeervolle, leerrijke Renaissancedansstage van drie dagen in Néthen. De organisatie in handen van drie dansverenigingen kozen voor het professionele leraarskoppel Bassa Toscana uit Auxerre om deze passen en dansen aan te leren!
Bedankt aan het ganse team voor dit puike, goed georganiseerd evenement.
3. In de keuken
Omelet met kruisbessen uit de zestiende eeuw
Dit recept voor omelet (tasey) zit aan het randje van wat we de culinaire Middeleeuwen zouden kunnen noemen. Het komt uit het Seer excellenten gheexperimenteerden nieuwen Coc-boeck dat de Dordtse arts Karel Baten (Carolus Battus) als bijlage bij de tweede editie van zijn vertaling van Ein new Artzney Buch (Heidelberg, 1568) van de Duitser Christopher Wirsung (1500-1571) in 1593 heeft gepubliceerd. Het gebruik van gember, suiker en kaneel is middeleeuws. Rozewater kom je ook tegen in enkele middeleeuwse recepten, maar in de zestiende en zeventiende eeuw was het een zeer populaire smaakmaker. De grens tussen zoet en hartig werd in deze periode wel duidelijker, maar nog steeds kon je een zoet gerecht als dit ook tegelijk met vlees- of visgerechten serveren. In een modern menu is deze zoete omelet een nagerecht.
Het woord tasey voor omelet is bijzonder: het wijst op een tuinkruid, Tanacetum vulgare ofwel boerenwormkruid, dat ooit een typische smaakmaker in omeletten was. Het kruid is verdwenen, de naam is gebleven.
Het oorspronkelijke recept
Van het Coc-boeck van Karel Baten is sinds november 202 een editie met hertaling voorhanden (zie bibliografie), van de hand van Marleen Willebrands en Christianne Muusers (schrijfster dezes).
Om een tasey van stekelbesyen te backen.
Neempt versche boter ende smeltse in een panne. Doeter dan soo vele stekelbesyen in datse bycans twee vyngeren hooch liggen ende laetse met de boter een weynich sieden tot datse maer recht hen coleur verloren hebben. Clopt dan wel cleyn 7, 8 ofte 9 eyeren met wat gengeber ende wat rooswaters. Gietet tsamen over de besyen ende latet so over een coolvyer backen dat niet en brande. Als de tasey genoech gebacken is, so laetse properlick uut de panne in de schotel rijsen datse niet en breke. Dan stroyter suycker ende caneel op ende dientse.
Om een omelet van kruisbessen te bakken.
Neem verse boter en smelt die in een pan. Doe er dan zoveel kruisbessen in dat ze bijna twee vingers hoog liggen. Laat ze met de boter een beetje stoven totdat ze net hun kleur verloren hebben. Klop dan 7, 8 of 9 eieren op met wat gember en rozewater. Giet het samen over de kruisbessen, en laat het zo op een kolenvuur bakken dat het niet aanbrandt. Laat, als de omelet gaar is, deze netjes uit de pan in de schotel glijden zodat ze niet breekt. Strooi er dan suiker en kaneel op, en serveer het.
Verklaring van ingrediënten :
Kruisbessen
Kruisbessen (Ribes grossularia) worden pas sinds de dertiende eeuw gekweekt, voor die tijd waren ze alleen in het wild te vinden. In het noorden van Frankrijk was kruisbessensaus een klassieke begeleider bij makreel (de Franse benaming voor kruisbes is dan ook groseille maquereau ofwel makreelbes).
In de negentiende eeuw dachten sommigen dat de Nederlandse naam kruisbes te maken had met de Heilige Kruisvinding op 3 mei. Maar de middeleeuwse benamingen stekelbesij en kroeselbesij (waarvan kruisbes een variant is) geven aan dat het de stekelige haartjes op de bes zijn die deze vrucht zijn Nederlandse naam hebben gegegeven.
Rozenwater
Inderdaad water dat geparfumeerd is met rozenblaadjes. In de moderne Westerse keuken wordt het niet veel meer gebruikt (behalve bijvoorbeeld in ), maar in de Middeleeuwen en Renaissance werd het erg gewaardeerd (net als oranjebloesemwater). In het Midden-Oosten en India wordt het nog steeds veel gebruikt, vooral in desserts en andere zoete lekkernijen.
Moderne bewerking van het recept
Kruisbessen zijn er vanaf juni, dit is dus echt een recept voor de vroege zomer. Als ze makkelijk te krijgen zijn, of je hebt kruisbessen in eigen tuin, dan kun je ze invriezen, zodat je ook buiten het seizoen deze frisse omelet kunt bereiden.
Voorgerecht of nagerecht voor vier personen; voorbereiding 10 minuten; bereiding 10 minuten.
250 gr kruisbessen
30 gr boter
3 eieren
½ tl gemberpoeder
½ eetl rozewater
samen 1 tl poedersuiker en kaneel
eventueel extra suiker
Voorbereiding
Was de kruisbessen, verwijder eventuele steelaanzetten en kroontjes.
Klop de eieren los met gemberpoeder en rozewater.
Proef een kruisbes. Zijn de vruchten erg zuur, dan moet je een lepel suiker bij het eiermengsel doen.
Bereiding
Smelt de boter in een niet te grote koekepan, laat de boter niet verkleuren. Doe de kruisbessen erbij, zorg dat ze de hele bodem bedekken. Schep de kruisbessen op laag vuur af en toe om, totdat ze zacht worden en hun verse kleur verliezen (een minuut of drie). Giet dan het eiermengsel in de pan, leg een deksel erop, en verhit op matig vuur totdat de eieren gestold zijn. Schuif dan de omelet voorzichtig op een plat bord, en bestrooi met suiker en kaneel.
Serveren
Snijd de warme omelet in punten.
Bibliografie
- Carolus Battus, Medecynboec[…]. Hier is oock byghevoecht, eene seer excellenten, gheëxperimenteerden nieuwen Cocboeck. Dordrecht, 1593.
- Christianne Muusers, Marleen Willebrands, Het excellente kookboek van doctor Carolus Battus (1593). M.m.v. Alexandra van Dongen. 2020.
https://coquinaria.nl/omelet-met-kruisbessen/#recept
4. Kalender
- 21.04: optreden renaissancedans (11 uur) en volkse dansen (14 uur) in het stadhuis van Oudenaarde
- 31.05 : workshop schoolfeest in Moerbeke-Waas
- 24.07: optreden stadhuis Gent tijdens de Gentse Feesten
- juli: twee workshops Gentse Feesten, data nog niet bekend
- 25.07: voorstelling om 17 uur in de Protestantse Kerk aan de Brabantdam
- 16.11: workshop in kasteel van Goyet