1. Dansmeesters-componisten-dirigenten deel 4

Tielman Susato (ca. 1510/15 – ca. 1570), was een componist, stadsspeelman en uitgever van muziekpartituren die actief was in Antwerpen. (Habsburgse Nederlanden)

Zijn geboorteplaats is onbekend (misschien Keulen). Omwille van zijn tot Susato gelatiniseerde familienaam denken sommige wetenschappers aan de plaats Soest in het Duitse Westfalen.

Uit zijn jeugdjaren is niet veel bekend, maar hij duikt op in verschillende Antwerpse archieven vanaf 1530, een periode waarin hij werkt als kalligraaf aan de kathedraal van Antwerpen, waar hij ook als muzikant actief was. Onder meer bazuin en fluit worden als bespeelde instrumenten vermeld. Rond 1543 begon hij in Antwerpen met wat waarschijnlijk de eerste gespecialiseerde muziekdrukkerij in de Lage Landen was. Tot dan was de druk van meerstemmige muziek voornamelijk een Italiaanse, Franse en Duitse aangelegenheid. Kort daarop begonnen ook Petrus Phalesius (eerst in Leuven), Jan Bellerus, Christoffel Plantijn en Jan de Laet meerstemmige muziek te drukken in Antwerpen en vanaf dan telden de Nederlanden internationaal mee in de muziekdrukkunst. Later begon Susato daar vermoedelijk ook met een handel in muziekinstrumenten.

In 1551 publiceerde hij drie “Musyck boexkens”, waarvan de eerste twee samen 55 meerstemmige Nederlandstalige liederen op muziek van diverse componisten bevatten, waaronder hijzelf. Het derde “boexken” bestond echter uitsluitend uit “alderhande danserye”, vermoedelijk door Susato zelf in een homofone stijl eenvoudig maar elegant vierstemmig gezet, onder meer allemandes en gaillardes, vaak gebaseerd op toentertijd populaire liederen uit het internationale repertoire.

Bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Tielman_Susato

 

Petrus Phalesius

Pierre Phalèse (ca. 1510 – 1574) was tijdens de zestiende eeuw één van de belangrijkste muziekdrukkers en -uitgevers in de Zuidelijke Nederlanden. Componist is hij waarschijnlijk nooit geweest, al associeert men de anonieme dansen die hij in de jaren 1570 uitgeeft meestal wel met hem als componist.

Leven en werk :

Phalesius begon met een boekhandel en uitgeverij in Leuven in 1545. Van dan tot in 1549 verschijnen zes bundels met luittabulaturen, in het Latijn of in het Frans. Het betreft preludes, fantasia‘s, dansen of bewerkingen van motetten en Franse, Nederlandse, Spaanse en Italiaanse liederen.

  • Des chansons reduictz en tabulature de lut à deux, trois et quatre parties […] Livre premier (1545)
  • Carminum quae chely vel testudine canuntur, trium, quatuor, et quinque partium […] liber secundus (1546)

 

In 1551 begon hij met de uitgave van kwalitatief hoogstaande partituren met beweegbare letters.

  • Septiesme livre des chansons a quatre parties (1551)

In 1570 gaat hij een samenwerkingsverband aan met de Antwerpse drukker Jean Bellére (of Jan Bellerus) en publiceert hij heel wat vocale werken.  Zijn uitgaven vonden een ruime regionale en internationale verspreiding, onder meer omdat Phalesius partnerships aanging met boekhandelaars in andere steden. Zijn samenwerking met Johannes Bellerus bijvoorbeeld verleende hem via de metropool Antwerpen rechtstreekse toegang tot de wereld.

Drie bijzondere bundels uit 1571 zijn:

  • Liber musicus, duarum vocum cantiones, tum latinas tum gallicas atque teutonicas […]
  • Theatrum musicum (een instrumentale bundel, met luittabulaturen van verschillende componisten
  • Liber primus leviorum carminum (dansmuziek; voor de samenstelling ervan heeft Phalesius klaarblijkelijk ruim uit materiaal van andere uitgevers geput, onder meer uit Tielman Susato’s dansbundel uit 1551)

 

  • Een Duijtsch musijck boeck (1572)
  • Modulorum aliquot […] liber unus (1573)
  • Chorearum Molliorum Collectanea (Het Antwerpse Dansboek) 1583

Leuvense drukken van Petrus Phalesius

De bibliotheek van de KU Leuven bezit een aantal prachtige muziekdrukken van oud-stadsgenoot Petrus Phalesius. Twee daarvan, samengebracht in één volume, kregen in 2007 het statuut van Vlaams topstuk.

 

Canticum beatae Mariae quod magnificat nuncupatur
Het convoluut dat in de Leuvense Universiteitsbibliotheek wordt bewaard en door de Vlaamse overheid erkend werd als topstuk, bundelt twee muziekdrukken van Phalesius. De oudste druk, die dateert van 1563, is volledig gewijd aan de Spaanse componist Francisco Guerrero, één van de belangrijkste Spaanse renaissancecomponisten. Dat Guerrero Phalesius koos om deze verzameling als eerste uit te geven, wijst op de goede naam die hij internationaal verworven had.

Praestantissimorum divinae musices auctorum missae decem
Het tweede koorboek, daterend uit 1570, is samengesteld uit miscomposities. Met zijn 192 folio’s is dit bovendien het meest lijvige, en tevens het laatste koorboek dat Phalesius drukte.

Deze twee drukken, die in uitstekende staat bewaard bleven, behoren in typografisch opzicht tot het beste werk van Phalesius. Hoewel het geen unica betreft, zijn het omwille van hun inhoud en vorm topstukken van wereldformaat. Christoffel Plantijn had het bij het rechte eind toen hij Phalesius huldigde als een ‘expert en l’art d’imprimer musique’!

Bronnen :

https://nl.wikipedia.org/wiki/Petrus_Phalesius

www.muzikaalerfgoed.be/nieuws/26-10-2011/topstukvoorgesteldleuvensedrukkenvanpetrusphalesius

http://www.muzikaalerfgoed.be/alleen-nieuws/360-topstuk-voorgesteld-leuvense-drukken-van-petrus-phalesius

 

 

Giovanni Giacomo Gastoldi

Giovanni Giacomo Gastoldi (ca. 1554 – 4 januari 1609) was een Italiaans componist uit de late renaissance en vroege barok.

Gastoldi componeerde verschillende boeken met madrigalen, een verscheidenheid aan gewijde vocale muziek en een paar instrumentale werken. Giovanni’s populairste composities waren zijn balletti waarvan hij twee sets publiceerde: één voor vijf stemmen en één voor drie. De vijfstemmige bundel, uitgegeven in 1591, werd zo’n 30 keer herdrukt, niet alleen door de oorspronkelijke uitgever, maar ook in andere landen.. Deze waren geschreven voor vijf stemmen en bevatten passages van onzinlettergrepen (bijv. “fa la la”). Zijn Quarto libro de’ madrigali a cinque voci (1602), die bijna volledig bestaat uit stukken van de immens populaire “pastorale tragikomedie” Il pastor fido (De gelovigen Herder) van Battista Guarini.

De driestemmige balletto’s, hoewel minder vaak herdrukt, waren nog steeds enorm populair. Ze zijn geschreven in een stijl die vergelijkbaar is met die van de eerdere collectie en zoals ze bedoeld waren om te worden gedanst. Het succes van deze werken moet worden toegeschreven aan hun eenvoud en melodie.

Enkele dansen uit ons repertoire op de muziek van Giovanni Gastoldi:

– L’Ardito (1591), a song for dancing

L’Acceso
Composer: Giovanni Gastoldi    Number of voices: 5vv                                                                                 Voicing: SSATB
Genre: SecularMadrigal            Language: Italian
Instruments: A cappella                                                                                                                                              First published: 1591 in Balletti a cinque voci, no. 16

Michael Praetorius

Michael Praetorius (eigenlijk Michael Schultheisz), (1571 –1621) was een Duits (renaissance)componist, musicoloog, muziektheoreticus, librettist, organist, dirigent, onderwijzer

 

uit de renaissancemuziek en de beginperiode van de barokmuziek.  Naast de compositie-prestaties werd Michael Praetorius nog om een andere reden beroemd: hij verzorgde de allereerste muziekencyclopedie, de Syntagma Musicum.

 

Kerkelijke muziek

Veel muziek die Praetorius componeerde was bedoeld voor toepassing in de kerk, ongetwijfeld onder invloed van zijn vader, die luthers predikant was. Er werden honderden stukken van hem bekend op het kerkelijke vlak: motetten, concerten en delen van missen. Het grootste deel hiervan is ondergebracht in zijn Musea Sionae uit 1614, dit was een collectie waarin het enorme aantal van 1244 stuks muzikale werken is ondergebracht. Praetorius putte voor dit werk uit allerlei, veelal oudere bronnen, waardoor we een beter inzicht konden krijgen over de geschiedenis en de ontwikkeling van de muziek vóór Praetorius.

Wereldlijke muziek

Praetorius componeerde naast zijn omvangrijke kerkelijke oeuvre ook wereldlijke muziek. Zo maakte hij bijvoorbeeld de negendelige Musea Aonia. Hiervan zijn de twee delen Terpsichore het bekendst. Het betreft instrumentale bewerkingen van oorspronkelijk Franse dansmelodieën.

Encyclopedie

Hoewel Praetorius als componist prachtig werk heeft geleverd, ligt een andere enorme prestatie van Praetorius in zijn werk als muziektheoreticus. Op dit terrein schreef Praetorius een driedelig werk, de Syntagma Musicum. Dit werk is te beschouwen als de eerste muziekencyclopedie ter wereld.

 

Praetorius heeft zijn Syntagma Musicum in vijf jaar tijd geschreven, tussen 1615 en 1620. In dit meerdelige werk schreef hij over muziektheorie. Zijn grootste werkveld, de kerkmuziek, kwam in het eerste deel aan bod.

In een ander deel beschreef Praetorius alle gangbare muziekinstrumenten van zijn tijd. Dit gaf al een enorm inzicht in het gebruik van muziekinstrumenten, maar het werd nog beter. Alle beschrijvingen werden voorzien van nauwgezette tekeningen, keurig op schaal en met veel aandacht voor de kleinste details. Dit maakt de Syntagma Musicum tot de belangrijkste informatiebron van muziek, muziektheorie en het muziekinstrumentarium van de zestiende eeuw. Muziekinstrumenten die geen moderne pendant hebben gekregen, waarvan de doorontwikkeling op een gegeven moment in de geschiedenis stopte, staan nog beschreven in de Syntagma Musicum. Het geeft ons daardoor een goed beeld hoe het renaissance-instrumentarium was opgebouwd.

Uit: Syntagma Musicum / Bron: Praetorius, Wikimedia Commons (Publiek domein)

 

Herleving van de oude instrumenten

Hoewel het uiteraard niet mogelijk is het geluid van de instrumenten te horen op basis van de tekening uit de Syntagma Musicum, bood diezelfde tekening met beschrijving wel voldoende houvast om geloofwaardige replica’s te maken. We weten natuurlijk nooit zeker of het geluid van de replica’s hetzelfde was als van de originelen destijds, maar we kunnen op z’n minst aannemen dat de klanken in de buurt kwamen. En replica’s zijn er gebouwd. Zeker nu de laatste decennia de oude renaissancemuziek weer meer in de belangstelling is gekomen, groeide de behoefte de muziek ook uit te voeren met instrumenten uit diezelfde tijd. Tegenwoordig worden replica’s van oude instrumenten door verschillende groepen gebruikt. Als voorbeeld: De Stadspijpers van ‘s-Hertogenbosch, heropgericht in 1984 op basis van de originele stadspijpers uit de vijftiende en zestiende eeuw, bespelen schalmeien, pommers, dulcianen en renaissancetrombones, die ook allemaal in de Syntagma Musicum terug te vinden zijn.

 

Externe link

Bronnen :

https://nl.wikipedia.org/wiki/Michael_Praetorius

https://muziek-en-film.infonu.nl/diversen/108157-renaissancecomponist-michael-praetorius.html

https://muziek-en-film.infonu.nl/instrumenten/96748-muziekinstrumenten-de-schalmei.html

https://nl.wikipedia.org/wiki/Syntagma_musicum

 

Jordi Savall

Jordi Savall i Bernadet (augustus1941) is een SpaansCatalaans gambist, dirigent en componist. Daarnaast heeft hij een eigen platenlabel (Alia Vox) en is hij oprichter van drie ensembles. Hij geldt sinds de jaren 70 als een van de leidende figuren in de wereld van de Oude Muziek. Zijn repertoire bestaat uit middeleeuwse muziek, renaissancemuziek, volksmuziek en barokmuziek.

Opleiding

Savalls muzikale opleiding begint als hij zich op 6-jarige leeftijd aanmeldt bij het plaatselijk jongenskoor. Tussen 1959 en 1965 studeert Savall cello aan het Conservatori Superior de Música del Liceu in Barcelona. Savall raakt geïnteresseerd in Oude Muziek. Hij leest er veel over en leert zichzelf bovendien viola da gamba spelen. Vier jaar na zijn afstuderen gaat Savall studeren aan de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel, waar hij uiteindelijk zijn docent August Wenzinger opvolgt.

Carrière

Met zijn vrouw, wijlen sopraan Montserrat Figueras (1942 – november 2011), richt hij het ensemble Hesperion XX op in 1974. In dit ensemble zitten muzikanten uit de hele wereld. Het ensemble maakt al snel naam. De grote doorbraak van Savall komt als hij de soundtrack speelt van de prijswinnende film Tous les matins du monde van Alain Corneau, met Gérard Depardieu in de hoofdrol. De film beschrijft het leven van de Franse componist en gambist Marin Marais. In de loop van zijn carrière richt hij nog twee ensembles op:

– La Capela Reial de Catalunya richt zich op de vocale muziek van voor 1800.

– Le Concert des Nations is een orkest dat zich bezighoudt met het barokke en klassieke repertoire.

Jordi Savall met de viola da gamba

 

Onderscheidingen en prijzen

 

Bronnen :

http://www.medieval.org/emfaq/performers/savall.html

https://nl.wikipedia.org/wiki/Jordi_Savall

 

 

Jeremy Barlow

Na zijn studie aan Trinity College Cambridge en de Royal Academy of Music werkte Jeremy Barlow eerst voornamelijk in het theater als muzikaal leider, fluitist en componist, en bij de BBC als radioproducent en omroeper. Daarna richtte hij zich als performer steeds meer op oude muziek, speelde barokfluit, blokfluit en klavecimbel en dirigeerde vanaf 1979 de Broadside Band.

Jeremy Barlow is gespecialiseerd in Engelse populaire muziek en Engelse dansmuziek van 1550 tot 1750, als performer, schrijver en docent en heeft ook een bijzondere interesse in de illustratie van muziek en sociale dans door de eeuwen heen.

 

Jeremy heeft nauw samengewerkt met historische dansers aan verschillende van zijn opnames met de Broadside Band en is ook betrokken geweest bij vele projecten, seminaries en conferenties over de verbanden tussen historische dans en muziek.

 

Zijn groep the Broadside Band heeft opgetreden op grote locaties en festivals in Engeland, Schotland, Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland en Zweden en heeft vele opnames uitgebracht, waaronder de Edison Award winnende complete “Beggar’s Opera” met Bob Hoskins en Sarah Walker, en bestseller “Songs and Dances from Shakespeare”.

 

Andere gedirigeerde groepen: Martin Best Consort, Martin Best Mediaeval Ensemble.

 

Bronnen :

https://www.discogs.com/artist/1721010-Jeremy-Barlow

https://jeremybarlow.co.uk/

https://www.discogs.com/artist/1721010-Jeremy-Barlow

http://www.broadsideband.co.uk

https://www.discogs.com/sell/item/1166158820

https://www.discogs.com/master/1261904-The-Broadside-Band-Jeremy-Barlow-Danses-Populaires-Francaises-Du-XVI-Siecle-Orchesographie-DArbeau

Claude & Lou Flagel

Franse draailierspeler en producer, woonachtig in België. Geboren te Parijs, 1 juli 1932; overleden in Brussel, 25 februari 2020. Oprichter van label Fonti Musicali. Echtgenoot van Lou Flagel, die producer en opnametechnicus is.

Haar meisjesnaam : Louise Matlet.

Vermeldenswaardig omdat ze samen met hun muziekensembles “Faux Bourdon” en “Rans & Flagel” veel volksmuziek (folk), renaissance, branles, quadrilles,…speelden en op albums (LP’s) plaatsten.

Voorbeed :  Claude Flagel – L’Orchésographie De Thoinot Arbeau (LP, Album) 1977

2. Feest in ’t kasteel

Het Gentse Gravensteen

Na 2 jaar kunnen we op zondag 15 mei terug dansend feesten en zowel jongeren als ouderen animeren in ’t kasteel!

 

Het Gentse Gravensteen is een versterkte burcht. Het is de enige overgebleven middeleeuwse burcht in Vlaanderen en bezit een vrijwel intact verdedigingssysteem. Het huidige kasteel dateert uit 1180 en was de residentie van de graven van Vlaanderen tot 1353. Het werd later herbestemd als rechtbank, gevangenis, munt en zelfs als katoenfabriek. Het werd gerestaureerd in de periode 1893-1903 en er zijn nog steeds renovatie- en veranderingswerken.

Archeologische opgravingen hebben bewezen dat reeds in de 11de eeuw op de plaats waar nu het Steen staat een houten donjon (een middeleeuws versterkte woontoren) moet geweest zijn.  Toen deze toren afgebrand is, heeft Filips van den Elzas (graaf van 1168 tot 1191) beslist in 1180 er een stenen verdedigingstoren op te richten. De donjon werd heropgericht in steen en daarrond werd een grafelijke residentie gebouwd. Vandaag de dag zien we in feite achter de kantelen 3 delen in het Steen : de donjon of meestertoren , het huis van de burggraaf en het huis van de graaf. We spreken van een grafelijke residentie maar zonder glasraam noch vloerbedekking kunnen we echt niet spreken van een warm vorstelijk verblijf.     In de vroegste tijden verbleef de graaf als hij in Gent was, in één der twee abdijen : de Ganda abdij  ( Sint-Bavo of Sint-Baafsabdij) of de Monte Blandinium abdij  (Sint-Pietersabdij). Graaf Lodewijk van Male (1330-1384) vond dat het Gravensteen hem te weinig comfort bood. Het huis van Simon de Mirabello , de ruwaard onder Jacob van Artevelde, werd in beslag genomen als grafelijke residentie : het “Hof Sersanderswalle”of “Hof ten Walle”(het latere Prinsenhof, waar op 24 februari 1500 keizer Karel V geboren werd). Het kasteel behield wel zijn algemene bestuursfunctie in het graafschap Vlaanderen.

In 1353 werd de Munt van Gent naar het kasteel overgebracht. Vanaf 1407 vond ook de Raad van Vlaanderen, het hoogste rechtscollege in het graafschap der Bourgondiërs, er onderdak. De burcht werd nu ook als gevangenis gebruikt. De Raad bleef het kasteel gebruiken tot 1778 en verhuisde dan naar het Jezuïetencollege in de Volderstraat.

 

Het Gravensteen wordt verkocht aan een rijk industrieel en omgevormd tot een industrieel complex met arbeidershuisjes aangebouwd rond de kantelen. In 1807 werd een katoenspinnerij in de donjon ondergebracht, waarbij andere gebouwen dienden als huisvesting voor vijftig arbeidersgezinnen. Deze omvorming van een groot complex als het Gravensteen is kenmerkend voor de eerste industriële ontplooiing in Gent. Later verhuisden de bedrijven en de arbeiderswoningen naar de rand van de stad. Eind 19e eeuw wordt het gebouw als fabriek afgedankt. Het zowat volledig vervallen Gravensteen was klaar voor de sloop  en de stad besluit om het volledig af te breken. Maar op dat ogenblik is Viollet-Le Duc , beroemd Frans architect, verliefd op de architectuur uit de middeleeuwen juist op bezoek in Gent . Hij geeft het stadsbestuur de wijze raad het gebouw te herstellen. Men begint met de restauratie van het Steen in historiserende stijl. Door de restauratie kreeg het Gravensteen echter een nieuwe betekenis: het verwierf wereldfaam als het meest bezochte toeristische monument van Gent, zoals bij de Wereldtentoonstelling van 1913. Ook al is niet duidelijk of het gebouw dat wij nu zien er in de Middeleeuwen ook exact zo uitzag, dan nog is het een uniek gebouw op zich. Het is blijkbaar onder Filips van den Elzas gebouwd als een middeleeuwse burcht zoals men die ook terugvindt op de weg van de Kruisvaarders naar Palestina. Maar het unieke eraan is wel dat het midden van de stad staat. Alle andere grote feodale burchten staan buiten de stad en dienen om bij aanvallen vlug de stad te verlaten en een veilig onderkomen te zoeken in de burcht. Dus deze stenen forten werden gebouwd om de inwoners van stad of dorp te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf, in Gent bouwde Filips het Gravensteen om zich te verdedigen tegen de burgers van de stad !!

Het is nu een museum en vormt nog steeds een belangrijke toeristische trekpleister in de stad. Er bevindt zich een historische wapencollectie. Gerechtsvoorwerpen en foltertuigen werden onlangs verwijderd. Dit verwees naar het feit dat van de 14e tot de 18e eeuw hier het hoogste gerechtscollege van het graafschap Vlaanderen zetelde. Van de burcht zijn het poortgebouw, de walmuur, de donjon, de grafelijke residentie en de paardenstallen toegankelijk voor bezoekers.

 

Bronnen :

Basistekst : Gentse gids  Mevr. De Paepe Lut

Ludion gids  Het Gravensteen Gent, verhalen achter de stenen                                                                Laurens De Keyzer  Michiel Hendryckx, foto’s

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gravensteen_(Gent)

https://vls.wikipedia.org/wiki/Filips_van_den_Elzas

https://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_van_Male   https://nl.wikipedia.org/wiki/Simon_de_Mirabello

https://historischehuizen.stad.gent/nl/gravensteen/historiek-en verhalen/renovatie-en-verbouwing-gravensteen/renovatie-en-verbouwing

3. Aan tafel

De middeleeuwse basis van onze zuivelkeuken

Aan laatmiddeleeuwse recepten die melding maken van kaas, melk, boter of eieren geen gebrek. Zo werden er toen al recepten genoteerd van quiches met kaas en groene kruiden, koekjes die bereid werden met melk of kaas en voorts ook van gepocheerde eieren die in alle mogelijke kleuren van de regenboog werden geserveerd. Sommige eieren werden – volgens een recept uit een Duits kookboek aan het einde van de 15de eeuw – zelfs aan een spit gebraden. Als eerste stap werden de eieren hiervoor uitgeblazen, gekleurd en vermengd met spek en peterselie. Vervolgens werden de eierschalen opgevuld met dit mengsel, waarna het ei aan het spit werd gegaard. Vandaag blijft quiche een populaire lunchoptie en ook kaaskoekjes hebben als aperosnack de tand des tijds overleefd.

Broze apero- koekjes met kaas

Ingrediënten voor ongeveer 75 stuks:

  • 240 g bloem
  • 250 g malse boter
  • 40 g aardappelzetmeel
  • 60 g bloemsuiker
  • 160 g harde kaas
  • 10 g gekookt eigeel
  • 3 g zout
  • Benodigdheden: ronde uitsteekringen

 

Kneed alle ingrediënten met de hand tot een glad deeg.

  1. Rol uit tot een deeg van 0,5 cm dikte.
  2. Laat minstens 6 uur opstijven in de     koelkast.
  3. Steek de aperokoekjes uit met een ronde vorm.
  4. Bak af in een voorverwarmde oven van 160°C gedurende 10 à 14 minuten.
  5. Laat afkoelen op een rooster.

Quiche

Ingrediënten voor basisrecept per persoon

  • voldoende kruimel- of bladerdeeg om de bakvorm te bekleden
  • 1 dl melk p.p.
  • 1 dl room p.p.
  • 2 eieren p.p.
  • snuifje peper en zout
  • 30 g belegen kaas of een krachtige schapenkaas p.p.
  • 10 g groene kruiden: kervel, dille, selderij, postelein, warmoes, … p.p.

 

  1. Verwarm de oven voor op 200°C.
  2. Bekleed een ingevette quichevorm met het deeg, snijd de randen bij en doorprik de bodem met een vork.
  3. Rasp de kaas en verdeel dit mengsel over de bodem.
  4. Klop de room los met de melk en klop de eieren erbij. Breng op smaak met een snuifje peper en zout. Schenk het eimengsel over de vulling.
  5. Bak de quiche in de oven gedurende 35 à 40 minuten tot ze goudbruin kleurt.
  6. Garneer met een royale hoeveelheid groene kruiden voor het serveren.
  7. Serveer eventueel met salade van waterkers, goudsbloem en kappertjes.

Met welke middeleeuwse ingrediënten voeg je kleur aan een bereiding toe?

GROEN : peterselie, bieslook, dragon, kervel en violenbloempjes

ZWART : notenbolsters

GEEL     : saffraan en goudsbloem

ROOD    : tournesol (zonnebloem), alkanet (Alkanna is de botanische naam van een geslacht uit de   ruwbladigenfamilie (Boraginaceae) en bietensap

PAARS   : moerbeien en bessen

 

Bron :

Uit  Smakeleyck     OMG!Smullen als Van Eyck    april

Een project en publicatie van Cultuur Gent, December 2019

vaneyckwashere.be/smakeleyck

 

https://visit.gent.be/nl/van-eyck-recepten-april

4. Activiteiten

  • Zaterdag 23 april om 14u30  lente-dansfeest Cultuurplatform Gent in de Spaanse Gouverneurswoning met optreden van Capriool, De Dans-“Ruh” en Sadko. Gratis toegang.

 

  • Zaterdag 30 april: Bourgondisch optreden op de meikermis in Wondelgem bij wzc De Liberteyt, Vroonstalledries 22 om 14 uur.

 

  • Zondag 15 mei: Feest in ’t kasteel  met middeleeuws optreden en workshops in het Gravensteen vanaf 11 uur.

 

  • Zondag 22 mei: verrassingsoptreden renaissancedans tijdens turngala van “Sterk en Lenig” Drongen in de Topsporthal Watersportbaan  om 15 uur.

 

  • Donderdag 21 juli: Gentse feesten in het stadhuis met Bourgondisch programma.

 

  • Zondag 16 oktober: viering 30 jaar Capriool in het Lakenmetershuis Vrijdagmarkt.

 

Begin juli verschijnt het volgende Capriooltje.