1. Hoe de Dampoort zo’n kluwen kon worden (en wat keizer Karel daarmee te maken heeft)

Er werd de voorbije jaren en er wordt de volgende  jaren voor de zoveelste keer gesleuteld aan de Dampoort. Op termijn komt onder de beruchte rotonde een tunnel, beloofd , maar of dat de knoop finaal oplost, zal moeten blijken. Voor geen enkele plek in Gent zijn er immers al meer oplossingen bedacht en is er toch maar één constante: elke keer werd de verkeerschaos groter. “Alles wat ooit aan de Dampoort gebouwd werd, is weer afgebroken.” Zo noteerde de Dienst Stedenbouw het nog niet zo lang geleden in een zoveelste nota over een omvorming van de buurt.

Er is inderdaad maar één constante aan het zwartste verkeerspunt van Gent: het stoere spoorwegviaduct, met zijn vier gaten. Veel Gentenaars denken dat dit de eigenlijke Dampoort is, maar dat klopt niet.

Om te begrijpen hoe de Dampoort zo’n onontwarbaar kluwen werd, reizen we terug naar de tijd van keizer Karel.

16de eeuw: schuld van Karel

In de Middeleeuwen waren er in die buurt twee poorten: de Spitaalpoort naar Antwerpen en de Dendermondsepoort. Bij de bestraffing van Gent, na de opstand van 1537, liet keizer Karel de stadsgrens dichter leggen. Zo ontstond er één Dampoort, in de huidige Dampoortstraat, waarop beide hoofdwegen uitkwamen. In 1577 was de Dampoort af. Vanuit het stadscentrum raakte men er via een grote stenen dam, via wat ook wel de Antwerpse Poort werd genoemd.

Eeuwen later, in 1828, werd de Dampoort gesloopt en vervangen door een octrooipoort. Daar moesten taksen worden betaald voor goederen die de stad in gingen. Dat systeem verdween in 1860, waarna de poort werd gesloopt.

1827: de eerste dokken

De Dampoortbuurt buiten de stadsmuren bleef lange tijd veeleer landelijk gebied. Een eerste grote verandering kwam er in de Nederlandse tijd. Koning Willem liet een nieuw kanaal van Gent naar Terneuzen graven, dat in 1827 klaar was.

Al een jaar later werd het verbonden met een eerste groot dok, het Handelsdok aan de Dampoort. Vijftig jaar later werd dat verbreed en uitgebreid met een Houtdok voor de belangrijke houtaanvoer. Rond die dokken kwamen ­fabrieken maar ook aanvoerbedrijven van bijvoorbeeld bouwmaterialen. Maar het was pas toen er ook een spoorweg kwam, dat de Dampoort een druk verkeersknooppunt werd.

1847: station Pietje Waes

Vandaag is er één Dampoortstation, maar midden in de negentiende eeuw waren er drie. Het eerste dateert van 1847, met een trein richting Land van Waas en Antwerpen-Linkeroever. ‘Pays de Waes’ heette dat in schoon Frans. Het werd Pietje Waes in de volksmond. Het station bevond zich op het Antwerpenplein, ongeveer op de parking voor de huidige Carrefour.

Dat was dus buiten de stadsomwalling. Wie ’s avonds (te) laat aankwam, moest overnachten voor hij de stad in kon. In 1865 werd er een tweede station bijgebouwd, links in het begin van de Antwerpsesteenweg, met treinen naar Eeklo en later ook naar Zelzate en zelfs Terneuzen.

In 1868 kwam er een derde station, op de parking van het huidige Dampoortstation. Gent-Oost, zoals dat later heette, was een puur goederenstation, dat met een enkelspoor via de huidige Kasteellaan verbonden was met het hoofdstation, dat zich toen nog aan de Zuid bevond.

1913: de Wereldexpo

In de aanloop van de Wereldexpo van 1913 werd het Sint-Pietersstation het Gentse hoofdstation. Dat werd via een ringspoor verbonden met het station Gent-Eeklo, dat werd omgedoopt tot Dampoortstation. De spoorlijn ging de hoogte in, en het spoorwegviaduct met de vier bakstenen gewelven werd gebouwd.

‘Pietje Waes’ werd vervolgens gesloopt en de spoorlijn naar Antwerpen maakte plaats voor de statige Land van Waaslaan, met fraaie bomen en chique burgerhuizen, terwijl de spoorlijn vanaf Gent-Zuid de nieuwe Kasteellaan werd.

 

Jaren ‘50: de boerentrams

Vandaag passeert er geen enkele tram meer aan de Dampoort, maar tot eind jaren 50 was de Dampoort een belangrijk tramknooppunt. Toen de paardentram in Gent zijn intrede deed , was de tramlijn tussen het zuidstation en de Dampoort een van de eerste. Snel daarna werden de zogenaamde boerentrams aangelegd, naar onder meer Oostakker en Lochristi. In 1906 kregen de stadstrams voor het eerst een nummer. De 3 reed toen al van de Dampoort naar de Brugsepoort, de 5, later herdoopt tot de 7, naar de Zuid.

Eind jaren 50 moesten de trams plaats maken voor auto’s en autobussen, terwijl ook hele bomenrijen werden opgeofferd aan ‘de vooruitgang’. Tram 7 verdween al in 1964, tram 3 vijf jaar later.

1973: een ‘tijdelijke’ fly-over

In die tijd al werd geklaagd over de verkeerschaos op de Dampoort. Om die weg te krijgen, moest er een tunnel komen, besefte iedereen. In afwachting werd in 1973 een stalen fly-over gebouwd van Dok-Zuid naar de Kasteellaan. 23 jaar lang hield het gedaver op dat viaduct de verkrottende buurt wakker, maar tegelijk had het gevaarte ook iets iconisch: allerlei betogingen paraderen er, net al de stieren die ontsnapten uit de toenmalige beestenmarkt in de schaduw van de Sint-Machariuskerk.

In 1997 werd de roestende fly-over gesloopt. In afwachting van een tunnel of iets anders werd het Dampoortkruispunt hervormd tot een rotonde.

 

De jaren 90: en nu?

Op het einde van de vorige eeuw steeg de verkeerschaos in de Dampoortbuurt ten top. “Een pretpark voor verkeerszondaars” noemde De Gentenaar het kruispunt. Reporter Willy De Buck ging er turven en kwam aan zo’n 500 overtredingen. “Per uur!”, schreef hij in een spraakmakend artikel.

Iedereen besefte dat het zo niet verder kon. Bovendien was er één grote opportuniteit: het goederenstation van de spoorwegen verhuisde naar Merelbeke, waardoor aan de Dampoort een enorme lap grond vrijkwam voor een grote stadsontwikkeling. Er was zelfs sprake van de sporen daarvoor te verleggen om daarvoor nog meer ruimte vrij te maken. Spoorwegbaas Etienne Schouppe kwam speciaal naar Gent om te vertellen dat hij grootse plannen had, ook aan de Dampoort. Maar eerst moest het Sint-Pietersstation worden vernieuwd.

Niet voor morgen

Zoals we intussen weten, is het allemaal iets trager gegaan dan Schouppe toen vermoedde en zijn de gronden rond het station tot nu toe enkel als parking gebruikt.

Toen al was er sprake van het herleggen van de stadsring met een brug over het Handelsdok, die inmiddels de naam Verapazbrug heeft gekregen, en een tunnel van de Koopvaardijlaan naar de Kasteellaan. Die brug wordt vandaag eindelijk gebouwd. En op een tunnel zou er ook zicht zijn, belooft Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open VLD).

Maar net als bij andere Dampoortprojecten, schreef een journalist in De Gentenaar in de jaren 90 al fijntjes en zeer profetisch, is “de realisatie ervan niet voor morgen”.

Uit het Nieuwsblad 08-2022 door Bart Moerman

2. Ensembles die oude muziek vertolken (2)

ULTREYA

 

Het duo Ultreya werd opgericht in 1990 en bestaat uit Martina Diessner en Peter Van Wonterghem. Het repertoire gaat van middeleeuwse- en renaissancemuziek tot traditionele en moderne volksmuziek.

Ze bespelen een uitgebreid instrumentarium : draailier, sleutelviool of nickelharpa, (strijk)psalter, organistrum,  breugheldoedelzak e.a., portatief, tromba marina, vedel, schalmei, baldosa, hakkebord, ud, koehoorn, fijferfluit e.a.,…

Martina geeft draailierles op volkmuziekstages.

Peter studeerde instrumentenbouw aan het CMB te Puurs en bouwde een groot deel van het instrumentarium van Ultreya volgens historische bronnen en voorbeelden.

Peter laat de middeleeuwse boeren-en boerinnenmarionetten op hun muziek spectaculair dansen…

Samenwerking met andere muzikanten heeft geleid tot de folkgroep Boreas.

Ultreya werkt ook regelmatig samen met de specialisten in oude muziek van Pandora². (zie ’t Capriooltje van januari)

Speciale programma’s werden gerealiseerd in samenwerking met Jan Huylebroeck (orgelconcert), Ishtar (Livinus), kamerkoor El Grillo (Libre Vermell), kamerkoor Ultreya (Ultreya Gespiegeld).

Verschillende CD’s werden reeds uitgebracht waaronder :

“Vergeten Snaren en Rare Fluiters”    Muziek van 13de tot 18de eeuw

https://www.duo-ultreya.be/nederlands/muziek/bio.html

https://www.duo-ultreya.be/nederlands/instrumentenbouw/instrumenten.html

 

ALINE HOPCHET  –  CANNAMELLA  –  LES PANTALONS

Aline Hopchet behaalde in 1997 het meesterdiploma blokfluit in Leuven en studeerde verder in het Koninklijk Conservatorium Den Haag. In datzelfde conservatorium studeerde ze barokhobo en in 2009 behaalde zij haar Master barokhobo in het Conservatoire Royal de Bruxelles.

Gedurende 20 jaar was ze gids in het MIM, het muziekinstrumentenmuseum te Brussel. Tegenwoordig wordt ze regelmatig gevraagd om lezingen te geven. Deze twee activiteiten zijn een drijfveer voor haar onderzoek naar de iconografie, het repertorium en het gebruik van historische muziekinstrumenten.

Aline Hopchet is een gedreven blokfluitiste, maar speelt daarnaast ook schalmei, pommer, kromhoorn en verschillende dulcianen.

Ze is leerkracht blokfluit, oude muziek en historische dubbelrietbladinstrumenten aan de academies van Ekeren en Woluwe-Saint-Lambert.

In 2004 richtte ze haar eigen ensemble Cannamella op. De naam Cannamella – oud-Italiaans voor zoethoutje, maar ook een klein rieten fluitje – geeft een mooie omschrijving van het ensemble met als basis blokfluiten en dubbelrietblad-instrumenten. Cannamella bespeelt het minder bekende repertoire uit de 16de, 17de en vroege 18de eeuw (Renaissance en barok) en werkt daarvoor projectmatig met een bezetting variërend van 2 tot 7 personen.

 

Uit haar passie voor de Franse flageolet ontstond het ensemble Les Pantalons, een ensemble dat bal- en salonmuziek uit de 19de eeuw speelt (romances, quadrilles, walsen, polka’s, …) op historische instrumenten (flageolet, cornet à pistons en pianoforte).

 

 

www.alinehopchet.com

www.ensemble-cannamella.com

www.ensemble-lespantalons.com

3. Rijstpap met saffraan

Saffraan

Saffraan is een specerij die gewonnen wordt uit de saffraankrokus (Crocus sativus). De meeste productiesaffraan komt uit Iran.

Voor de kostbare saffraan worden delen van de stampers handmatig geoogst: de stijlen en de stempels, die zowel smaak- als kleurstof zijn. De meeldraden van de saffraankrokus hebben geen culinaire waarde.

Na het oogsten worden de stijlen en stempels gedroogd. Dit drogen gebeurt in droogkasten met een warme luchtstroom of in de zon. De hoogste kwaliteit saffraan komt van de bloedrode stempels, het bovenste deel van de gedroogde stijlen. Daar heeft iedere bloem er maar 3 van. En wil je gebruik maken van één gram saffraan? Dan heb je daar 150 saffraan krokussen voor nodig! De arbeidsintensieve teelt maakt saffraan tot een kostbare specerij, het wordt daarom ook wel het rode goud genoemd.

Saffraan heeft een bittere smaak en een aangenaam aroma dat doet denken aan honing. Slechts één draad saffraan volstaat om een liter kokend water in een uur diepgeel te kleuren.

Saffraan wordt onder meer toegepast in sauzen, rijst- en visgerechten, brooddeeg, desserts, melk en thee. In Europa wordt saffraan veel gebruikt in Spanje, waar het een onmisbaar ingrediënt is in de paella. Men gebruikt saffraan in Italië bij de bereiding van risotto en in België bij de bereiding van rijstpap.

Je kunt daarvoor gebruik maken van de draadjes of poeder.

  • Saffraandraadjes
    De draadjes saffraan zijn droog en dun. Ze zijn zo’n 1 tot 3 centimeter lang en hebben een dieprode kleur. Aan het eind heeft het een geel of oranje puntje.
  • Saffraanpoeder
    Het is ook mogelijk om saffraan te kopen als een poeder. Het is gemalen, om er in gerechten makkelijk gebruik van te kunnen maken.

Gezondheidsvoordelen?

Saffraan is heerlijk om mee te koken. Daarnaast maken steeds meer mensen er gebruik van voor de gezondheidsvoordelen. We zetten de belangrijkste voor je op een rij:

  • Ontstekingsremmer
    Saffraan kan werken als een ontstekingsremmer. Het kruid remt dan de ontsteking en verlicht op die manier pijn.
  • Pijnstiller
    Ben je op zoek naar een pijnstiller? Saffraan kan pijnstillend werken.
  • Antioxidant
    Saffraan wordt aangeduid als een sterke antioxidant. Dat remt de oxiderende werking in de lichaamscellen en levert op die manier gezondheidsvoordelen op.

 

Saffloer of valse saffraan is vanouds een alternatief voor de kostbare saffraan. In de keuken gebruikt men ook de veel goedkopere kurkuma, ook geelwortel of Indische saffraan genoemd, die vergelijkbare kleureigenschappen heeft, maar anders smaakt en een geheel andere oorsprong heeft.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Saffraan

https://saffraan.nl/saffraan/

 

Rijstpap met saffraan

Pasen staat weer voor de deur en natuurlijk hoort daar wel een lekker dessertje bij! Dit jaar is dat deze heerlijke rijstpap met saffraan. Verse volle melk zorgt voor een smeuïg en lekker romig resultaat. De saffraan zorgt voor de felle gele kleur, past wel bij Pasen als je het mij vraagt! Trouwens, zo 45 minuten roeren in rijstpap vind ik ook echt heel ontspannend, moeten jullie zeker ook eens proberen!

Nodig?

  • 1 l verse volle melk
  • 125 g dessertrijst
  • 2 eidooiers
  • 1 vanillestokje, het merg
  • 100 g kristalsuiker
  • 0,2 g saffraandraadjes
  • bruine suiker

Hoe?

  • Breng de melk samen met de rijst, de saffraandraadjes en het merg van het vanillestokje aan de kook
  • Zet, als de melk het kookpunt bereikt heeft, het vuur zachter
  • Blijf roeren gedurende 40 à 45 minuten tot de rijst gaar is en de melk mooi ingedikt is
  • Meng de eidooiers met de suiker
  • Haal de rijstpap van het vuur en meng er het dooiermengsel onder
  • Roer goed
  • Verdeel de rijstpap over verschillende potjes en laat afkoelen*
  • Serveer met bruine suiker
  • Klaar!

* Als je eeecht niet kan wachten kan je ‘m natuurlijk ook warm eten!

https://stephaniebex.be/recept/rijstpap-met-saffraan/

4. Activiteiten

– 21 juli Gentse stadhuis 14u.-17u. Aan het hof van Maria van Hongarije

– Workshops in het Baudelopark tijdens de Gentse Feesten (nader te bepalen data en uur)

– 10 september : privé verjaardagsfeest met Renaissancedans en workshop