Oudejaarsavond en nieuwjaar

 

Bij de titelprent :

‘Janvier’ uit Les très riches heures du duc de Berry, miniatuur toegeschreven aan Jan van Lymborch, ca 1410. Voor menigeen geldt dit als de eerste afbeelding van een nieuwjaarsreceptie, maar waarschijnlijker gaat het om een paleiselijke ontvangst op Driekoningen.

bron: internet:  https://jefdejager.nl/oudennieuw.php

Lieve C.

 

 

Nieuwjaarswens

Capriool hoopt en wenst voor iedereen het beste voor 2022 : goede gezondheid, dansgenot en levensvreugde!

 

Oudejaarsavond en Nieuwjaar

Een jaar telt 365 dagen; schrikkeljaren uitgezonderd. Het begin en einde ervan zijn voor velen onder ons een reden om samen met familie en vrienden te feesten. De feesten die elk jaar op een bepaalde datum vallen, noemen we logischerwijs kalenderfeesten. Op 31 december vieren we oudejaarsavond met familie en/of vrienden en zetten we zo het nieuwe jaar goed in. De dag erna is traditioneel ook een dag die samen gevierd wordt, de eerste dag van het nieuwe jaar beleven we ook graag samen met onze naasten. Niet elk nieuwjaarsfeest valt op 1 januari. Denk maar aan het Chinees nieuwjaarRosj Hasjana of Norouz.

 

OORSPRONG

Wist je dat nieuwjaar niet altijd op 1 januari werd gevierd in onze contreien? In het midden van de 16de eeuw begon Nieuwjaar in verschillende streken op een andere datum: op 1 maart, op Pasen, op kerstdag óf op 1 januari. In 1563 besliste de Franse koning Karel IX dat 1 januari voortaan nieuwjaarsdag zou zijn. Op 16 juni 1575 nam Luis de Requesens y Zúñiga dezelfde beslissing voor de Zuidelijke Nederlanden. Na de invoering van de gregoriaanse kalender in 1582 haalde 1 januari het als nieuwjaardag in steeds meer landen in Europa en daarna de wereld (met vandaag nog steeds als grote uitzondering het Chinese nieuwjaar). Oorspronkelijk werd in sommige streken acht dagen na Kerstmis de besnijdenis van Christus herdacht, maar hieraan wordt al lange tijd geen aandacht meer geschonken. Nieuwjaar is dus geen uitsluitend christelijk feest, want alle levensbeschouwingen vieren namelijk de overgang van oud naar nieuw.

 

OUDEJAARSAVOND

Het vieren van de overgang van oud naar nieuw vangt aan op oudejaarsavond. Sommigen spreken van Silvesteravond, naar de gelijknamige paus uit de vierde eeuw. De heiligverklaarde paus wordt door katholieken immers op 31 december gevierd, wat tevens ook zijn sterfdag is. Op oudejaarsavond komen families en vrienden vaak bijeen voor een uitgebreide feestmaaltijd. In tegenstelling tot op kerstavond kiezen heel wat mensen ervoor om uit eten te gaan of eten te bestellen in één van de vele restaurants die een oudejaarsmenu aanbieden. Oudejaarsavond is dan ook minder een familieaangelegenheid en wordt niet uitsluitend thuis gevierd. Veel mensen trekken rond middernacht naar het centrum van de stad om het vuurwerk te bewonderen of steken zelf, niet altijd zonder risico, zelf vuurwerkpijlen af in de tuin. Sommigen gaan daarna nog uit en dansen tot in de vroege uurtjes.

 

Bron: internet: www.lecavzw.be/tradities/rituelen/oudejaarsavond-en-nieuwjaar, 27 dec  2021

Weerspreuken:

 

  • Nieuwjaarsnacht rein en klaar, beduidt een vruchtbaar jaar.
  • Met nieuwjaar lengt de dag zolang het haantje kraaien mag.
  • Schijnt de zon op dag van nieuwjaar, dan wordt het een goed appeljaar.

 

Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwjaar 27 dec 2021, 27 dec 2021

Lieve C.

 

Dansmeesters-componisten-muziekdrukkers deel 3

Dufay met orgel en  Binchois met harp op een miniatuur uit 1451, Champion des Dames

Guillaume Dufay & Gilles Binchois

Guillaume Dufay 1397-1474 (uit te spreken als: Dufà-ie), was een Vlaams componist uit de Bourgondische Nederlanden. Hij wordt als een van de grootste componisten van de 15e eeuw beschouwd in de Vlaamse polyfonie waarvan hij, samen met Gilles Binchois, de eerste beroemde vertegenwoordiger is.

Met zijn moeder verhuisde hij op jonge leeftijd naar Kamerijk (Cambrai)in Frans-Henegouwen. Van 1409 tot 1412 was hij koorknaap in het koor van de kathedraal aldaar. In 1420 vertrok hij naar Italië waar hij Rimini en Pesaro bezocht. Uit zijn werken blijkt bekendheid met componisten aan het hof van de Malatesta’s; wellicht was hij in dienst van dit hof. Na enige tijd keerde hij terug naar Vlaanderen, maar in 1424 vertrekt hij opnieuw, nu naar Bologna. In 1428 wordt hij tot priester gewijd. In dat jaar ook trad hij toe tot de pauselijke cappella. Hij zingt daarin tot 1434, toen hij kapelmeester werd voor de hertog van Savoye. Tussen 1440 en 1450 werkte Dufay weer in Kamerijk. In de jaren 1450-1458 was hij echter opnieuw in Italië, waar hij onder andere in Turijn en Chambéry werkte. Bij zijn definitieve terugkeer naar Kamerijk was Dufay inmiddels uitgegroeid tot de beroemdste componist van zijn tijd.

Werken

Dufay schreef zowel geestelijke als wereldlijke werken, steeds uitsluitend vocale muziek. Op het gebied van de kerkmuziek schreef hij missen, motetten, magnificats en antifonen. Voor muziek voor meer profaan gebruik hanteerde hij vormen als de rondeau, de virelai en de ballade. Hij gebruikte wellicht als eerste de term fauxbourdon. Naast zijn composities schreef Dufay ook over muziektheorie. Zijn werken markeren de overgang tussen de Middeleeuwen en de Renaissance. Zijn isoritmische motet Nuper rosarum flores is een saluut aan de oude vormen. Dufay schreef dit werk voor de inwijding van de dom van Florence.

 

Gilles Binchois

Gilles (Egidius) Binchoi  (rond 14001460), ook wel Gilles de Bins genoemd, was een Henegouws componist, samen met Guillaume Dufay een van de stichters van de zogeheten Vlaamse polyfonie.

In 1419 werd hij er organist van de Ste.-Waldrudiskerk te Bergen; in 1423 verhuisde hij naar Rijsel, een stad in het graafschap Vlaanderen, dat sinds 1369 onderdeel was van het hertogdom Bourgondië.

Hij trad in dienst van het hof van Filips de Goede, hertog van Bourgondië; zijn motet Nove cantum melodie (1431) noemt alle 19 zangers aan het hof, waaronder hemzelf. Daarnaast vervulde hij kerkelijke functies in Brugge en Bergen.

Werken

Binchois brengt, meer nog dan zijn tijdgenoten van de Bourgondische school zoals Guillaume Dufay en John Dunstaple, de toegankelijkheid in de muziek terug, door relatieve eenvoud, een sterke melodie, en consonantie van de verschillende stemmen.

Dit geldt in zijn kerkmuziek, maar hij is beroemd geworden om zijn chansons (liederen), vooral rondeaus, ook wel balladen, geschreven voor het hof en daarom vaak de hoofse liefde bezingend.

 

 

 

  • Guillaume Dufay : Missa S. Jacobi (1429 ?)
  • G. Dufay : Hymne de l’Avent (vers 1430), écriture en faux-bourdon
  • G. Dufay : Ballade à 3 voix Se la face ay pale
  • G. Dufay : Motet Nuper rosarum flores (1436)
  • G. Dufay : Messe à teneur à 4 voix : Se la face ay pale, sur le thème de la ballade à 3 voix susmentionnée
  • Gilles Binchois : chanson bourguignonne : Nous vous verens bien malebouche, rondeau à 3 voix
  • Gilles Binchois: Rondeau De plus en plus

In het handschrift MS. Canon. Misc. 213 in de Bodleian Library te Oxford zijn 52 stukken van Dufay overgeleverd.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Guillaume_Dufay

https://klara.be/de-muziek-van-ons-bourgondisch-tijdperk                                          https://fr.wikipedia.org/wiki/Musique_de_la_Renaissance

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilles_Binchois

https://www.koorklank.be/nl/componist/gilles-binchois

 

 

Pierre Attaingnant

was een Franse muziekdrukker, actief in Parijs. (geboren omstreeks 1494 – overleden eind 1551)

Attaingnant wordt beschouwd als de eerste die beweeglijke lettervormen gebruikte, waardoor in één keer een muziekvel met notenbalk, noten en tekst kon worden gedrukt, hetgeen tijd- en kostenbesparender was dan voorheen. Hij gaf meer dan 1.500 chansons uit van verschillende componisten. De door hem ontwikkelde techniek waarbij muziek in één keer werd gedrukt, door hem voor de eerste keer aangewend in de uit 1528 daterende Chansons nouvelles en musique à quatre parties (nieuwe vierstemmig gezette liederen).

Naast missen en motetten en afgezien van de 36 bundels met liederen, gaf hij ook boeken uit met stukken in tabulatuur voor luit of klavier.

De tourdion werd sterk gepopulariseerd door Pierre Attaingnant, die in 1530 een verzameling dansen het licht deed zien, waarin ook een beroemde tourdion voorkomt, die gebaseerd is op een wijs die bekendstaat als La Magdalena. Deze tourdion is later, door een anonymus, omgezet in een vierstemmig drinklied, dat nog steeds vaak gezongen wordt:

Quand je bois du vin clairet

Ami tout tourne, tourne, tourne, tourne

Aussi désormais je bois Anjou ou Arbois

Chantons et buvons, à ce flacon faisons la guerre

Chantons et buvons, mes amis, buvons donc !

 

Attaingnant verwierf in 1538 een koninklijk, herhaaldelijk verlengd exclusief recht op het drukken van muziekboeken. Uiteindelijk werd hij benoemd tot imprimeur et libraire du roy en musique (koninklijke muziekdrukker en boekhandelaar).

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Pierre_Attaingnant

 

 

Jacques Moderne

van Italiaanse afkomst, was een Franse muziekuitgever en drukker van de Renaissance ca. 1495-na1560.

Na Pierre Attaingnant was hij de tweede belangrijke Franse redacteur van zijn tijd. Vermoedelijk heeft hij zijn leertijd in Venetië doorgebracht . De eerste schriftelijke vermeldingen van Moderne verschenen van 1523 tot de jaren 1560. In 1526 trad hij voor het eerst op als redacteur. Het grootste deel van Modernes publicaties bestond uit bladmuziek, missen , motetten , chansons en instrumentale werken. Tot zijn bekende publicaties behoren twee missalen met cantus planus- gezangen (1530), acht motetboeken (1532–1542), waaronder de vier collecties van de Motteti del fiore (de collectie dankt zijn naam aan de Mariadistel , die op de titelpagina staat). In latere jaren publiceerde Moderne enkele edities van verschillende componisten, evenals herdrukken van anonieme composities en twee geschriften over muziektheorie.

 

 

 

 

 

 

 

Modernes publicaties waren niet beperkt tot muziek. Hij publiceerde ook boeken in het Latijn en Frans, die destijds populair waren, waaronder: over religie, huismiddeltjes, emblemen en chiromantie .

“S’ensuyvent Plusieurs Basses Dances Tant Communes Que Incommunes” (Pogue n° 132) werd gepubliceerd door Jacques Moderne in 1532 of 1533. Het is een verhandeling over de Bourgondische stijl van basses dances.

Bladmuziek en audiobestanden van Jacques Moderne in het International Music Score Library Project

https://fr.wikipedia.org/wiki/Jacques_Moderne

https://denl.abcdef.wiki/wiki/Jacques_Moderne

http://www.pbm.com/~lindahl/lod/vol2/moderne_translation.html

Claude Gervaise (1525-1583)

was een Franse componist, redacteur en arrangeur van de Renaissance, die vooral herinnerd wordt om zijn associatie met de beroemde drukker Pierre Attaingnant en om zijn instrumentale muziek.

 

Er is weinig onderzoek gedaan naar Gervaises leven en details zijn alleen bekend over de periode waarin hij in Parijs actief was als assistent van Attaingnant. Hij verschijnt voor het eerst rond 1540, vermeld als redacteur op de titelpagina’s van verschillende van Attaingnants boeken met instrumentale dansen.

 

Zijn instrumentale muziek is het beroemdste deel van zijn output. Het grootste deel van zijn muziek bestaat uit vier delen en is bedoeld om te dansen. De melodieën zijn eenvoudig en de textuur is bijna altijd homofoon, waardoor de muziek ideaal is om te dansen. De belangrijkste gebruikte vormen zijn de pavane, de galliarde en de branle.

https://en.wikipedia.org/wiki/Claude_Gervaise

Etienne du Tertre (1543-1567)

was een Franse componist . Hij werkte in Parijs als redacteur voor de muziekuitgever Pierre Attaingnant .

In 1557 verscheen zijn Suyttes de bransles.

 

https://denl.abcdef.wiki/wiki/Estienne_du_Tertre

 

Jean d’Estreé ( ? - 1576)

was een Franse componist, dans arrangeur en speler. Hij was een van de vele Parijse performer-componisten die lid waren van verschillende kleine professionele instrumentale ensembles (genaamd “joueurs d’instruments”).Van 1559 tot 1564 nam hij ook de taak van dansredacteur en arrangeur op zich. In een van de groepen waarmee hij speelde, kende d’Estrée de vriend van du Tertre, Pierre Jol. Ze werkten samen composities uit.

Compositie : Livre 1 de danceries

https://grainger.de/music/composers/estrees.html

 

Filips de Goede

Hertog van Bourgondië

Periode 14191467
Voorganger Jan zonder Vrees
Opvolger Karel de Stoute

Familie

Filips de Goede was de zoon van Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren en trouwde drie keer.

Filips had ook dertig bekende maîtresses en achttien toegegeven bastaardkinderen.

Leven – expansie – hervormingen

Filips volgde in 1419 zijn vader Jan zonder Vrees op in het hertogdom Bourgondië en in de graafschappen Vlaanderen en Artesië. Jan zonder Vrees was op 10 september 1419 vermoord tijdens een bezoek aan Montereau-Fault-Yonne, waar hij met Karel VII van Frankrijk had gesproken over de consolidering van een verdrag. Na deze brute moord wendde Filips de Goede zich af van Frankrijk. Filips verwierf  het graafschap Namen (1429), de hertogdommen Brabant en Limburg (1430) en de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen (1433). Vanaf 1451 bestuurde hij ook het hertogdom Luxemburg.

 

Na de indrukwekkende expansie van zijn rijk richtte Filips de Goede zich op de interne consolidatie van zijn gebieden. Hij voerde ook in de Nederlandse gewesten veel hervormingen op bestuurlijk gebied door. Deze veranderingen waren vooral nodig om te zorgen dat hij zijn invloed beter kon doen laten gelden in de door hem geregeerde gebieden. Filips streefde naar centraal bestuur. De door hem ingestelde bestuursorganen waren er allemaal op gericht om dit doel te bereiken. Zo verbeterde hij de centrale rechtspraak met de instelling van de Grote Raad en stelde hij de Staten-Generaal in. Dit centrale bestuur kwam in 1464 in Brugge voor het eerst bij elkaar, maar zou pas tot volle wasdom komen tijdens de regering van zijn zoon Karel de Stoute. In feite was dit de voorloper van de Staten-Generaal die wij nu in Nederland nog altijd kennen.

Rijkdom van het hof

Het Bourgondische Rijk omvatte de dichtstbevolkte en de rijkste gebieden van West-Europa. Niet toevallig liet Filips de Goede zich dan de “grand duc du ponant” (grote hertog van het westen) noemen, om hierbij zijn onafhankelijkheid de facto van Frankrijk te beklemtonen. Hoewel de burgers in de steden zich door hun economische macht steeds meer privileges begonnen toe te eigenen, profiteerde de aristocratie op extravagante wijze mee van de rijkdom van zijn hof, dat zich uitte in verbijsterend hoge uitgaven aan kleding en stoffen of kunstvoorwerpen. De hertog verplaatste zijn hof regelmatig en bouwde schitterende paleizen (het Paleis op de Coudenberg in Brussel, het Paleis van de hertogen in Dijon). Hij verbleef meer in zijn noordelijke gewesten dan in Bourgondië (Dijon). In de Nederlanden verbleef hij vooral in Brussel, Rijsel en in Brugge. Filips de Goede profileerde zich als mecenas voor de culturele revolutie die zich ontwikkelde in deze contreien. Hoewel Filips de Goede zelf eerder een voorstander was van wandtapijten, bereikte de schilderkunst onder van Eyck en Rogier van der Weyden een hoogtepunt. In de periode 1425-1441 wordt Jan van Eyck hofschilder en kamerdienaar, ja zelfs diplomaat van de Bourgondische hertog. Dit blijkt uit de verre reizen (o.a. naar Italië) die hij in die periode ondernam. In 1428 reist hij naar Lissabon om te onderhandelen over een mogelijk huwelijk met de Portugese prinses Isabella. Hij had de opdracht om twee portretten van Isabella te maken, zodat de hertog vooraf kon zien hoe zijn mogelijke derde vrouw eruitzag. De Bourgondische school ontstond uit een elite van musici (o.a. Gilles Binchois, Guillaume Dufay, Robert Morton,…), die dienden in de hofkapel van de hertogen.

 

Gulden Vlies

Filips de Goede is ook de stichter van de Orde van het Gulden Vlies. Deze ridderorde werd op 10 januari 1430 ingesteld ter gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De orde had een politieke functie. Het Gulden Vlies moest de adel beter verbinden en was daarnaast een mooie manier om God te eren. De Orde van het Gulden Vlies blonk ook uit in het houden van grootse festiviteiten, waarvan als de meest legendarische wel het Banket van de Fazant (1454) moet worden beschouwd, waarin Filips de Goede beloofde op kruistocht te trekken tegen de islamitische heerser van het Ottomaanse Rijk, als vergelding voor de val van Constantinopel.Bij de oprichting in 1430 in Brugge bestond de orde uit vierentwintig ridders en vier officieren: een schatbewaarder, een wapenmeester, een kanselier en een griffier. De hertog van Bourgondië stond aan het hoofd van het Gulden Vlies.

In de eerste vergadering van de Staten-Generaal werd het regentschap besproken tijdens de afwezigheid van Filips, maar het vertrek sleepte aan en voor hij op kruistocht kon vertrekken, zakte hij vanaf 1465 weg in de seniliteit. Zijn zoon Karel de Stoute nam vanaf dan de staatszaken over.

Dood en begraafplaats

Filips de Goede stierf in Brugge en liet de hele stad in rouw. Een rouwstoet en 20.000 toeschouwers zou hem begeleiden naar de Sint-Donaaskerk, waar hij ceremonieel en onder ongeziene pracht en praal werd begraven voor het altaar. In 1476 besliste Karel de Stoute om het stoffelijk overschot van zijn vader, naar diens uitdrukkelijke wens, over te brengen naar het Paleis van de hertogen van Bourgondië in Dijon.

Literatuur

  • Olivier DE LA MARCHE, Mémoires, Parijs, 1883-1888.
  • Johan HUIZINGA, Herfsttij der Middeleeuwen, Haarlem, 1919
  • Paul BONENFANT, Philippe le Bon, Brussel, 1955.
  • Richard VAUGHAN, Philip the Good, Londen en New York, 1970, nieuwe editie 2002.
  • Paul BONENFANT, Philippe le Bon: Sa politique, son action, présenté par A.-M. Bonenfant, Brussel, 1996.
  • Edward DE MAESSCHALK, De Bourgondische vorsten (1315-1530), Leuven, Davidsfonds, 2008
  • Bart VAN LOO, De Bourgondiërs – Aartsvaders van de Lage Landen, Bezige Bij, 2019

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Filips_de_Goede

https://www.absolutefacts.com/nl/filips-de-goede.htm

 Van Eyck en zijn tijd   EOS Wetenschap Special 2020

Verzameling ’s Lands Glorie  album III   J. Schoonjans  J.-L. Huens

 

Met Van Eyck in de keuken

Wist je dat je een op en top Gentse “Van Eyck” stoverij kunt maken door peperkoek toe te voegen?

In origine is peperkoek een terroirbereiding (op basis van rogge) verrijkt en opgewaardeerd met mierzoete honing en dure specerijen die aan de koek een exclusief karakter geven. Het wekt dan ook geen verbazing dat peperkoek vooral gegeten werd door vermogende burgers. Het was een uitgelezen cadeau. Onder invloed van de hertogen van Bourgondië kende deze peperkoek zelfs een ware populariteitsboost; door hen werd het “le pain ducal” genoemd. De gewone Gentenaar kende het als een uitzonderlijke zoete zonde. Het eten van de peperkoek markeerde de mijlpalen doorheen het jaar en in het leven. Dat Sinterklaas vandaag klaaskoeken en speculaas (de latere variant van peperkoek ) meebrengt of de feestelijk ingerichte bakkersvitrines met peperkoek met de typische specerijen, waarvan gesmuld wordt tijdens de jaarwisseling, zijn daar nog steeds stille getuigen van.

En nu aan de slag met 2 gerechten waarin peperkoek gebruikt wordt!

 

Stoofvlees met peperkoek              4 personen

SPECERIJEN                                             STOOFVLEES

° 30 g kaneel                                              ° 750 g opgekuiste varkenswangen

° 10 g nootmuskaat                                  ° 250 g rundsstoofvlees

° 5 g anijszaad                                           ° 300 g sjalot

° 10 g kruidnagel                                       ° 3 blaadjes verse laurier

° 5 g paradijskorrel                                   ° 1 eetlepel specerijenmengsel

° 5 g korianderzaad                                   ° 50 g muscovado suiker

° in mortier kneuzen                                 ° bruin bier

° water

° 2 plakken peperkoek

° 2 soeplepels mosterd

 

 

 

Het vlees in gelijke stukken snijden en mooi aankleuren in gezouten boter.

Het vlees uit de pot halen en de sjalotten heel hard bruin bakken (tot op het randje van verbrand).

Muscovado suiker en laurier toevoegen en kruiden met de specerijen en enkele seconden laten warmen.

Blussen en bevochtigen met ¾ bruin bier en ¼ water, dat voordien kort opgekookt heeft (om de bitterheid eruit te halen).

Beleggen met 2 plakken peperkoek besmeerd met een dikke laag mosterd.

2 uur laten garen onder gesloten deksel aan 85°C.

Afsmaken.

Verloren brood met peperkoek                      4 personen

° 4 plakken brood van broodresten : wit brood, rogge, krenten,kramiek, sandwiches, croissants, notenbrood, brioche,…

° ½ gedroogde peperkoek (ongeveer 125 g)

° 3 dl verse melk

° 1 dl room

° 2 grote scharreleieren

° 25 g zoetstof : honing, lek, bruine suiker, melasse, ahornsiroop, maïsstroop, moutstroop, dadelstroop, agavesiroop,…

° specerijen naar smaak : kaneel, kardemom, vanille, saffraan, zoethout,…

° bloemen naar smaak : goudsbloem, saliebloem, muntbloemen, afrikaantjes,…

° scheutje rum of thee

° klontje gezouten boter

° 10 à 20 g bruine suiker per plak brood (afhankelijk grootte snede)

 

 

Week de broodresten in 3 dl verse melk, 1 dl room, 2 grote scharreleieren en een zoetstof naar keuze.

Aromatiseer de melk eventueel met specerijen, bloemen, een scheut rum of thee.

Wentel het broodmengsel in poeder van gedroogde peperkoek vóór het bakken.

Bak het verloren brood in gezouten boter met wat bruine suiker.

Serveer eventueel met fruit, een spiegelei met spek, enz.

Uit  Smakeleyck     OMG!Smullen als Van Eyck    decembermaand

Een project en publicatie van Cultuur Gent, December 2019

vaneyckwashere.be/smakeleyck

Activiteiten

  • Zaterdag 23 april: Lentefeest georganiseerd door Cultuurplatform Gent Kernstad met optreden van Capriool, de dans-“Ruh”en Sadko
  • Zaterdag 30 april: Bourgondisch optreden op de meikermis in Wondelgem.
  • Zaterdag 14 mei : viering 30 jaar Capriool in de zaal van het Willemsfonds op de Vrijdagmarkt.
Begin april verschijnt het volgende Capriooltje.