1. Muziekinstrumenten: De middeleeuwen en later (deel 3)

Slaginstrumenten :  zie vorig ‘t Capriooltje

Snaarinstrumenten

Strijkinstrumenten : zie vorig ’t Capriooltje

Snaren getokkeld : harp, lier, psalterium, hakkebord, monochord, luit, baldosa en citole

  1. De lier

De lier of lyra is vooral bekend als een in de klassieke oudheid en middeleeuwen veel gebruikt muziekinstrument en de voorloper van de harp. Het instrument dient niet verward te worden met de draailier, een middeleeuws instrument dat ook vaak ‘lier’ wordt genoemd. In de Griekse cultuurperiode was de lyra een begeleidingsinstrument voor dichters. Het bestond uit een houten klankkast, waaruit twee armen staken, verbonden door een stemschroeven bevattende dwarsbalk, vanwaar vier tot zeven snaren over de klankkast liepen. Vaak werd de klankkast gemaakt van een schild van een schildpad, en de armen van horens van een dier. De darmsnaren werden zowel met de vingers als met een plectrum aangetokkeld. Ook de middeleeuwse eensnarige luit met peervormige klankkast en lange hals wordt lier genoemd.

Langzamerhand raakte het instrument in vergetelheid en diende alleen nog als symbool, om iets bijzonders uit te drukken.

  1. De harp

De harp is een snaarinstrument, waarbij de snaren meestal met de vingers in trilling worden gebracht. De harp is als een cijfer 7 opgebouwd uit een langwerpige klankkast en een rechte of gewelfde hals, waartussen een groot aantal snaren gespannen is, van elkaar verschillend in lengte en dikte. Elke snaar brengt slechts één toon voort: hoe langer (en dikker) de snaar, hoe lager de toon. De einden van hals en klankkast, de kop en de voet, worden langs de laagste snaar geschraagd door de zuil, die kaarsrecht of sierlijk gebogen kan zijn. Door de hals heen steken de stemschroeven of stempennen, waaraan links de snaren bevestigd zijn, en rechts de kantig gesmede einden uitsteken om ze te kunnen stemmen.

 

Emma en Thomas van ArpaLyra bespelen hier harp en draailier.  (zie ’t Capriooltje van januari 2023)

 

Harpen bestaan al een paar duizend jaar. In de prehistorie gebruikten de mensen hun jachtbogen al als muziekinstrumenten, maar die hadden maar één snaar. Door verschillende bogen achter elkaar te zetten konden ze meerdere tonen maken. Later maakten ze boogharpen ; bogen met meerdere snaren. De eerste ‘echte’ harpen zijn al van rond 3500 v.Chr. uit Egypte bekend. De Europese harp uit de Middeleeuwen was in wezen diatonisch, net als bijvoorbeeld een doedelzak, dat wil zeggen dat ze in één bepaalde toonladder gestemd werd.

  1. Een psalterium

Een psalterium, ook wel psalter, is een snaarinstrument uit de familie van de harp of de citer. Het psalterium is een oud muziekinstrument, er werd reeds in de klassieke oudheid, bij de oude Grieken mee gespeeld.  Het woord ‘psalterium’ stamt uit het Oudgriekse, psalterion en komt van het woord, psallo, prikken, plukken, trekken of draaien, en in het geval van de snaren van muziekinstrumenten ‘het spelen van een snaarinstrument met de vingers, dus niet met een plectrum.

  1. De luit

De luit is een meestal dubbelkorig snaarinstrument met 4 tot 13 snaren dat met de vingers     wordt bespeeld. Net als bij de moderne gitaar eindigen de snaren op het bovenblad, en niet zoals bij de meeste snaarinstrumenten op de klankkast.

De luit is ontwikkeld uit het van oorsprong Arabische en Perzische snaarinstrument oed of ud en genoot in het Europa van de late middeleeuwen, de renaissance en de barok een               grote populariteit. Voorlopers van de luit werden al in de Oud-Egyptische muziek                 gebruikt, zo’n 2000 voor Christus. Ook in China bestond al in de oudheid een erg op de luit gelijkend instrument.

De naam van het instrument is afgeleid van het Arabische “al ud”, dat het hout of het stokje betekent. De benamingen in vrijwel alle Europese talen zijn afgeleid van deze oorspronkelijke benaming (vergelijk bijvoorbeeld de: Laute, en: lute, fr: luth, hu: lant, it: liuto, pl: lutnia en es: laud). Het instrument is in Europa en het Midden-Oosten verspreid via de Moren op het Iberisch Schiereiland en door deelnemers aan de verschillende kruistochten.

In Europa maakte de luit een ontwikkeling door waarbij het aantal snaren werd uitgebreid. Tevens kreeg het instrument fretten, waardoor het spelen van akkoorden werd vergemakkelijkt. Vanaf circa 1500 kende de luit een grote bloei en werd er bijzonder veel muziek voor gecomponeerd. Bekende componisten zijn Francesco da Milano (14971543), John Dowland (15621626), verscheidene leden van de Gautier-dynastie (15751672) en Sylvius Leopold Weiss (16861750). In de Nederlanden waren Joachim van den Hove (1567-1620) en Nicolaes Vallet15831645) de voornaamste componisten.

De luit wordt gekenmerkt door een bol klanklichaam, in de vorm van een overlangs doorgesneden ei, en een korte brede hals die bevestigd is aan het smalle eind van het klanklichaam. De stemknoppen zijn in een doorgaans achterovergeknikte knoppenkast aangebracht. De gebruikte materialen zijn zeer dun en bijgevolg is het instrument kwetsbaar. Een renaissance- of barokluit in ongerestaureerde, speelbare staat is een zeldzaamheid.

De luit is een één- of dubbelkorig snaarinstrument. De snaren worden in paren, “koren” geheten, aangeslagen. De snaren van een koor zijn gelijk gestemd of verschillen een octaaf. Het hoogste koor (de chanterelle genoemd) bestaat meestal uit één snaar, maar werd soms dubbel besnaard. Een middeleeuwse luit heeft vier koren. In de renaissance liep het aantal op van zes tot tien om in de barok uit te komen op dertien.

 

Enkele bekende luitspelers of luitisten : Willem Cornelisz. van Duyvenbode (1542-1616), John Dowland (ca. 1563-1626), Gusta Goldschmidt (1913-2005), Julian Bream (1933), Jan Akkerman (1946), Rolf Lislevand (1961) en onze (soms) live begeleider  Bart Roose (zie ’t Capriooltje  van januari 2023) mag ook zeker vernoemd worden.

  1. Een hakkebord

Een hakkebord is een citer die wordt bespeeld met mallets (soort stok) die kunnen bestaan uit allerlei materialen. Een hakkebord bestaat uit een trapeziumvormige kast, waarover veel snaren zijn gespannen. Op deze snaren wordt met een vilten hamertje of een klepel geslagen.

  1. Een monochord

Een monochord (Grieks: μόνος (monos), enkel, en χορδή (chordè), snaar) is een eenvoudig instrument dat onder andere door de oude Grieken gebruikt werd om een toonladder mee te meten en te controleren. Een monochord bestaat uit een langgerekte klankkast waarover in de lengte een snaar gespannen is. Onder de snaar bevindt zich een beweegbare kam die langs een schaalverdeling geschoven kan worden. Ook latere uitbreidingen van het instrument met meer snaren worden monochord genoemd.

De uitvinding van het monochord wordt toegeschreven aan Pythagoras (ca. 580-500 voor Chr.), die het gebruikte bij het zoeken naar de verhoudingen tussen de intervallen.

de citole en de baldaso

Ook de citole en de baldaso worden in die periode als getokkelde snaarinstrumenten vermeld, doch daaromtrent weinig te vinden. Info steeds welkom.

Geraadpleegde websites :

https://www.duo-ultreya.be/nederlands/muziek/bio.html

https://muziek-en-film.infonu.nl/instrumenten/96714-muziekinstrumenten-de-middeleeuwen.html

https://hellomusictheory.com/learn/renaissance-instruments

https://nl.wikipedia.org/wiki/Lier_(muziekinstrument)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Harp_(tokkelinstrument)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Psalterium

https://nl.wikipedia.org/wiki/Luit

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hakkebord_(muziekinstrument)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Monochord

https://en.wikipedia.org/wiki/Citole

https://en.wikipedia.org/wiki/Musical_instrument

https://www.thomann.de/nl/folklore_instrumenten.html

2. Verslag activiteiten

Optreden van Capriool, Oudenaarde 21 april 2024, erfgoeddag

Het verslag van een ‘beginneling’…

Mariakerke, 27 februari 2024

Toen Herlinde me vertelde dat zij deelnam aan ‘Historische Dans’ en me uitnodigde om eens naar de opendeur mee te komen, leek me dat een leuk idee om een avond op een fijne manier door te brengen. En misschien, dacht ik, is die dans wel iets wat ik kan gaan doen als ik met pensioen ben over een half jaar…

Ik was echter direct verkocht en besloot toch maar al in te schrijven voor de eerste 10 lessen die de week erop al begonnen!

Optreden van Capriool, Oudenaarde 21 april 2024, erfgoeddag

Geen half jaar maar slechts 2 maanden later zat ik met Gert, mijn man, in het stadhuis van Oudenaarde vol verwachting te wachten op de Renaissancedansen die Capriool ten beste zou geven op deze erfgoeddag. Er was véél belangstelling, de zaal zat stampvol, overal werden stoelen bijgezet… en dan kon het optreden beginnen.

Het was een schitterend tafereel om de dansers met hun prachtige kledij en statige passen te zien opkomen en te zien dansen. Ik vond de muziek geweldig en het is voor mij, die dit spektakel voor de eerste keer zag, betoverend! Ook de presentator, Marc, was in dezelfde stijl gekleed en kon zo maar van een plaatje uit de 16de eeuw geplukt zijn.

Na de Pastime with good Companye begeleid en gezongen door Emma van ArpaLyra werden er nog 3 delen van elk 3 dansen opgevoerd. Stuk voor stuk ‘hofdansen’ met de nodige pracht en praal uit de 16de eeuw  vertoond.

Tussen de dansen kon het publiek 2 keer genieten van muziek en zang van Emma en Thomas.

Over de middag kregen de dansers een pick-nick aangeboden door de organisatie en die werd met smaak verorberd ‘achter de coulissen’. Het was best een gezellig ‘keuvelmoment’ en voor mij en Gert een ideaal en aangenaam moment om beter kennis te maken met de dansers.

En nu komt het… althans wat mij betreft… want ik mocht meedansen!  Na slechts  6 lessen en een extra repetitie op donderdag werd ik ingeschakeld bij de koppeldansen… want pech oh pech, Monique was gevallen en had daarbij haar pols gebroken. Lieve had mij naar aanleiding daarvan gevraagd of ik zou willen meedansen omdat de bezetting met één koppel minder toch wel erg karig zou zijn… Ik had toegezegd, alles kwam voor mij in een stroomversnelling en ik moest 6 dansen leren en goed inoefenen. Nu, hier stond ik dan : in volkse kledij, toch wel nerveus, maar ik wist, ik moest ervoor gaan! Fout of niet, blijven lachen, blijven doorgaan, af en toe het publiek animeren… het vroeg wel wat maar het is gelukt en hopelijk zonder dat mijn fouten al te veel opvielen.

Op de maat en de muziek die Emma en Thomas live speelden dansten we o.a. de Farandole, de Branle des Chevaux, de Branle des Lavandières, …

Tussen de 3 delen speelden en zongen Emma en Thomas ook nog de Morendans en de Ungaresca.  Zij gaven een zeer mooie  uitvoering ten beste op hun oude instrumenten waaronder de draailier, een fascinerend instrument!

 

Het optreden mag zeker een succes worden genoemd en het publiek was lovend. Al is het dansen op zich al een plezier, een geslaagd optreden doet iedereen extra deugd.

 

Zodoende – en dankzij Herlinde waarmee ik elke week mag meerijden naar onze oefenmomenten – kijk ik elke week uit naar dinsdagavond : danspassen leren op hele mooie muziek in aangenaam gezelschap o.l.v. doorwinterde dansers, er helemaal in opgaan, alle zorgen aan de kant… en zodra het een beetje lukt er echt plezier aan beleven. Voor mij voelt het als een vorm van meditatie. Ik had de datum van het optreden in Oudenaarde in onze agenda genoteerd : Gert en ik zouden komen kijken en er een daguitstap van maken… maar het is méér geworden en daardoor heb ik op korte tijd veel geleerd en daar ben ik wel blij om.

 

Marianne

Feest in 't kasteel zondag 02 juni 2024

‘Feest in het kasteel’ is een leuke formule die op de eerste zondag van juni veel jong volk naar het Gravensteen brengt. Mini-ridders en jonkvrouwtjes bevolken de middeleeuwse burcht, aangemoedigd door ouders en grootouders die onder groot jolijt een helm passen en de kruisboog hanteren. Capriool was dit jaar ook van de partij met twee optredens in de Ridderzaal.

Dansen onder machtige gewelven, tussen eeuwenoude en metersdikke muren, op een robuuste plankenvloer, het heeft wel iets bijzonders. Het ingetogen Bourgondisch repertoire van de Danse de Clèves tot de Branle de la Torche, gedanst in vol ornaat, kwam er helemaal tot zijn recht.

Hertog van Bourgondië Filips de Goede en zijn gevolg hadden wel een klein steekje laten vallen: de wandtapijten die de kilte moesten breken en de akoestiek  verzachten, waren wellicht in de koffers van de reizende hofhouding blijven zitten. Emma en Thomas van Arpalyra martelden hun instrumenten en hun stem ei zo na en dan nog hoorden ze elke noot wegglippen in het ijle van de enorme ruimte. De dansers lieten het niet aan hun hart komen en het publiek danste na het optreden enthousiast mee.

Chris

Op 2 juni was het Feest in ’t kasteel in Gent. Het desbetreffende kasteel was het Gravensteen. Er is natuurlijk geen feest zonder dans. Bijgevolg brachten we in de voormiddag een Bourgondisch programma met dansen die niet zouden misstaan aan het Hof van Filips de Goede. Lange slepen, wiegende passen en statig vooruitschrijden hielden het publiek geboeid. De professionele introductie door de vlijtige huismeid Marianne zette direct de goede toon. Deze goede tonen werden verder aangeleverd door Arpalyra!

In de namiddag werd een vrolijk volksdansprogamma opgevoerd. Swingende  kringdansen zoals de Branle des Chevaux en meeslepende rijdansen zoals de Farandole brachten de sfeer erin. Dat het aanstekelijk was voor de toeschouwers werd duidelijk tijdens de initiaties na de voorstellingen. Jong en oud, groot en klein kwam geheel vrijwillig over hun eigen voeten struikelen. Vooral de kleinsten kregen er niet genoeg van. Stapjes die hen veilig en simpel leken van de zijlijn bleken uitdagender in de spotlights. Iedereen deed prachtig hun best en zo konden we wederom een geslaagde dag van dansplezier van Capriool afsluiten!

 

Op aanraden van mijn vriendin Sophie, die zelf lid is van het dansgezelschap, ben ik komen kijken naar de voorstelling in het Gravensteen. Het was voor mij de eerste keer dat ik bij een dergelijke dansvoorstelling aanwezig was, maar ik vond het aangenaam en entertainend om naar te kijken. Toen er na de voorstelling nog een workshop werd gegeven twijfelde ik of ik hieraan zou meedoen aangezien ik van mezelf weet dat ik geen goede danser ben, maar Sophie overtuigde mij. Hoewel ik nogmaals de bevestiging kreeg dat ik zelf niet echt in de wieg ben gelegd om te dansen, eender welk soort dans, heb ik genoten van de enthousiaste aanmoedigingen die ik kreeg bij mijn poging om de danspasjes uit te voeren. Ik kreeg hierdoor nog meer respect voor de mensen die dit wel goed kunnen. Dank voor de voorstelling en de workshop!

Sophie en Dante

3. In de keuken

Kersenvla uit de zestiende eeuw

In juni 2020 verscheen hier een voorproefje, een zomerse vla met verse kersen. Battus noemt het niet een vla (de ‘vlade’ is een ander gerecht), maar een ‘gerechtken’. Overigens is dit de negende vla en de vierde historische vla op coquinaria, daarom een overzicht van alle vla-recepten op Coquinaria :

1. vanillevla  2. chocoladevla  3.hopjes-en caramelvla  4. sinaasappelvla  5.sinaasappelflan                     6. Zabaglione  7. Bitterkoekjesvla (Rustafia custard)  8. Creme brulée

 

 

 

 

Tips & Trucs

  1. Gebruik als je vla met ei(dooier) bindt een elektrische handmixer bij de bereiding. Niet alleen is de vla dan sneller klaar, maar je kan deze ook rechtstreeks op het vuur bereiden in plaats van au-bain-marie, omdat hij veel minder snel schift.
  2. Als de vla de gebonden is, moet je hem meteen overgieten in een kom, anders stolt de vla op de bodem en aan de randen van de hete pan.
  3. Vla waarin melk of room is gebruikt, zal bij afkoelen een vel krijgen. Dek in de kom meteen af met plasticfolie dat je direct op de vla legt, dan krijgt dat vel geen kans.
  4. Als je eieren of eidooiers gebruikt, moet je die eerst geleidelijk vermengen met een beetje van de hete vloeistof voordat ze in de pan gaan, en de vla mag niet meer koken als de eieren er eenmaal in zitten.
  5. Je kunt bij alle recepten minder of meer suiker gebruiken dan er staat, en je kunt kiezen voor room, volle, halfvolle of magere melk.
  6. Vla kun je ook warm eten, vooral vanillevla is dan overheerlijk. Maar vla bewaren doe je in de koelkast, twee tot drie dagen.

Kersen en krieken

Wat is eigenlijk het verschil tussen kersen en krieken? Er zijn grote en kleine, zoete en zure kersen en krieken en de beschrijvingen zijn niet altijd duidelijk. Als we afgaan op het Cruydeboeck van Rembert Dodoens uit 1554, dan zijn kersen groter en zoeter dan krieken. Beide worden in boomgaarden gepland. Dodoens noemt nog een derde soort, de kleine kers, met net zo’n grote pit als de grote, maar met veel minder vruchtvlees. De boom van de kleine kers groeit langs velden en in bossen. Voor het gerechtje van Battus zijn zowel kersen als krieken geschikt, en ook pruimen kunnen erin. Kersen en krieken zijn – afhankelijk van het ras – rijp vanaf juni tot in september, echt zomerfruit dus. Ze variëren in kleur van bleekrood tot zwart, en zijn koud en vochtig van aard. Als kersen in het begin van de maaltijd worden gegeten, hebben ze een laxerende werking. Maar zwarte gedroogde kersen hebben juist de tegenovergestelde werking.

 

Steven en Liebaut beschrijven in hun Lantbouw ofte Veltwinninghe uit 1594 hoe je kersen- en kriekenbomen het beste kunt planten en – nog beter – enten. Het beste resultaat krijg je met andere kersenbomen als onderstam, maar ook vlier en pruim zijn te gebruiken. Ze noemen ook de culinaire toepassingen van kersen en krieken (zie bibliografie). Zure kersen of krieken zijn het best om te konfijten, zowel voor gezonde als zieke personen. Franse kersen (‘merises’) eet je rauw, maar nog beter verwerkt in sauzen, pasteien en taarten. Volgens hen hebben zoete kersen een laxerende werking, zure kersen stoppen. Mocht je een cholerische aard hebben, dan zijn zoete krieken vanwege hun koude aard heel goed voor je. Overigens noemen alle beschrijvingen van kersen en krieken ook de gom van de boom, die dezelfde kwaliteiten als Arabische gom zou hebben, maar minder wit van kleur is. Met witte wijn vermengd zou dat zelfs blaasgruis kunnen verpulveren. Ook kersenpitten zijn nuttig. Stephaan Blankaart schrijft een eeuw later dat ze beter werken dan gom tegen ‘t graveel, maar dat je de pitten ook als bittere amandelen kunt gebruiken en er zelfs olie van kunt persen (Den Nederlandschen herbarius, 1698, zie bibliografie). Als je de lijst bekijkt, is het haast verbazingwekkend dat Battus maar één recept met kersen heeft opgenomen in zijn kookboek. De suiker en kaneel waarmee Battus de vla voor het serveren bestrooit, is niet alleen omdat het lekker is, maar ook om de voedingswaarde volgens de humorenleer te corrigeren: suiker en kaneel zijn heet van aard en zorgen ervoor dat de balans van de eter niet te veel wordt verstoord.

 

Het oorspronkelijke recept

Ontleend aan de eerste editie van het Seer excellenten ghe-experimenteerden nieuwen coc-boeck, kortweg het Excellente kookboek. zie bibliografie).

Om gerechtken van Kersen, Kriecken, ofte Pruymen te maken
Neemt Pruymen, Kersen, of Kriecken, doet de steenen wt, ende doetse in eenen schoonen pot, wrijftse met een schoone hant, ofte lepel wel ontstucken, wrijftse dan door een sifte ofte stromijn, legt dan cruymen van wittebroot te weycke in wat soetemelck, neemt vier ofte vijf doyeren van Eyeren cleyn geclopt, ende wrijftse met het broot ende melck door eenen stromijn, nemet daer na al te samen, met de ander doorgedaen spijse, ende doetet in eenen pot, latet tsamen sieden tot dattet bint, rechtet dan op in schotelen, stroyter suycker ende Caneel ouer, ende dienet.

Een gerechtje van kersen, krieken of pruimen
Neem pruimen, kersen of krieken, ontpit ze en doe ze in een schone pot. Druk ze met een schone hand of lepel goed kapot en wrijf ze vervolgens door een fijne of gewone zeef. Week dan kruim van witbrood in wat verse melk. Neem vier à vijf losgeklopte eidooiers en wrijf ze met het brood en de melk door een zeef. Doe dit daarna samen met de andere gezeefde spijs in een pot en laat samen koken tot het bindt. Schik het dan op schotels, strooi suiker en kaneel erover, en dien op.

Moderne bewerking van het recept

Battus geeft in zijn recept wel het aantal eidooiers aan, maar niet hoeveel kersen, brood en melk je moet gebruiken. Het blijft dus gokken of hij een dunne vla in gedachten heeft of een dikke brij. Het resultaat van onderstaande bewerking is een vla. Maar nogmaals, Battus noemt dit een ‘gerechtken’, het woord vla in de moderne betekenis wordt nog niet in de zestiende eeuw zo gebruikt.
Bijgerecht of toetje (modern) voor 2 à 3 personen; voorbereiding x 5 minuten+ ontpitten van de kersen; bereiding 15 minuten.

250 gr kersen, ontpit
4 eidooiers
1 dl melk
20 gr witbrood zonder korst (1 boterham)

Afmaken
1 à 2 eetl suiker
½ tl kaneelpoeder

Voorbereiding

Week het brood 10 minuten in de melk. Pureer de kersen in de blender met het geweekte brood en de eidooiers. Wrijf de puree daarna door een zeef om de schillen van de kersen te verwijderen.

Bereiding

Giet het mengsel in een steelpan en breng tegen de kook aan. Blijf roeren tot het gebonden is, dit kan enige tijd duren. Giet het over in kommetjes en strooi er suiker met kaneel over. Je kunt dit ook door de nog warme vla roeren.

Serveren

Serveer warm of afgekoeld tot kamertemperatuur.

 

Bibliografie

  • Christianne Muusers en Marleen Willebrands (eds.), Het excellente kookboek van doctor Carolus Battus uit 1593. Sterck & De Vreese, Gorredijk, 2020. Online verkrijgbaar, maar ook via de plaatselijke boekhandel.
  • Christopher Wirsung, Carolus Battus (vert.), Medecynboec […]. Hier is oock byghevoecht eenen seer excellenten ghe-experimenteerden nieuwen coc-boeck die noyt hier te voren in druck en is gheweest. Jan Canin, Dordrecht 1593, 2de druk.
  • Rembert Dodoens, Cruydeboeck […]. J. van der Loe, Antwerpen 1554. Online versie met hertaling door Nico Koomen in modern Nederlands.
  • Kaerle Stevens en Jan Liébault, De veltbouw ofte lantwinninghe, inhoudende een rechte wel bestellinghe eenes hofs te bouwen […]. Cornelis Claesz, Amsterdam, 1594 (vertaald uit het Frans)

https://coquinaria.nl/kersenvla-uit-de-zestiende-eeuw/

4. Activiteiten

Graag nodigt Capriool jullie uit voor alle voorstellingen en workshops tijdens de Gentse Feesten. Alles gratis te genieten en/of mee te beleven!
– Woensdag 24 juli Renaissancedans in de Pacificatiezaal van het Gentse stadhuis: 3 maal hetzelfde programma om 14:15u., 15:15u. en 16:15u.
– Donderdag 25 juli om 17u. in de Protestantse kerk aan de Brabantdam : Renaissancedans
– Vrijdag 26 juli om 15u. workshop historische dans in het Baudelohof (park)
– Zaterdag 27 juli om 15u. workshop historische dans in het Baudelohof (park)
Graag ontmoeten wij jullie met veel enthousiasme.
De leden van Capriool
Onze activiteiten staan ook in het Gentse feestenboekje op blz. 73,72,49 en 51  en op de website :  https://gentsefeesten.stad.gent/nl/day/14/location