1. Troubadour en hofnar

Troubadour: De middeleeuwse muzikant

De troubadours waren muzikant-dichters die hun hoogtijdagen kenden van de 11e tot de 13e eeuw in voornamelijk de Provence (Zuid-Frankrijk) en ook in het noorden van Italië. Ze vonden een soort vorm van lyrische poëzie uit die gekarakteriseerd werd door complexiteit van rijm en meestal een romantische stam. Een troubadour was oorspronkelijk een reizende muzikant die van het ene dorpje naar het andere dorpje trok en vaak ook naar het buitenland. Sommige troubadours reisden naar de grote steden van Europa, terwijl anderen naar het Heilige Land gingen om de kruisvaarders te vergezellen. Het reizen van de troubadours had ook nog een ander aspect: het zorgde ervoor dat zij de mensen waren die het laatste nieuws konden verspreiden.  Op de afbeelding : Troubadour met vedel

De teksten van liedjes van de troubadours gingen vooral over thema’s zoals ridderlijkheid en hoofse liefde. Veel liedjes hadden een getrouwde minnaar als onderwerp, waarschijnlijk door het overvloed aan gearrangeerde huwelijken in die tijd. In de volkscultuur worden ze vaak gezien als de uitvinders van romantische liefde en ze waren dan ook de eerste dichters in het Westen die het vertellen over de liefde tussen een man en vrouw als een vorm van hoge kunst zagen.

Vanaf de 14e eeuw deed zich in de Germaanstalige streken een vergelijkbare ontwikkeling voor men spreekt over ‘minnezangers’ (ze zongen over de ‘hoofse minne’). Deze had hetzelfde doel als de troubadours  in Frankrijk, maar de minneliederen zijn ‘stijver’ en minder expressief.

Weetjes :

  • Het eerste troubadourlied gaat over de kruistocht tegen de Moren in Spanje (Marcabras).
  • Een troubadour was een dichter-componist van wereldlijke liederen, in het Occitaans. Troubadours waren doorgaans van betere komaf.
  • Troubadours begeleidden doorgaans zichzelf (echter niet op een blaasinstrument).
  • Pas na 1250 ontstond de eerste (summiere) notatie van liederen. Het betreft slechts de toonhoogten.
  • Er zijn zo’n 460 troubadours bekend.
  • Er zijn 2600 teksten (gedichten) overgeleverd van troubadours.

Er zijn circa 260 melodieën overgeleverd. De eerste met naam bekende troubadour was Willem van Poitiers. Hij schreef in het Occitaans, de oudste levende literaire taal van West-Europa. Bekend gebleven troubadours zijn onder andere Bernard de Ventadour en Jaufré Rudel.  Ook leden van de hoge adel schreven liederen in de stijl van de troubadours, bijvoorbeeld hertog Jan I van Brabant.

Hofnar: de brutaalste persoon in de Middeleeuwen

De hofnar is een officiële grappenmaker aan het hof van een vorst. Apart aan de hofnar is dat zowel mannen als vrouwen nar konden zijn. Dit was een van de weinige beroepen waar beide geslachten vertegenwoordigd waren. De nar spotte met allerlei dagelijkse zaken, zoals de kerk, burgers en de adel. De hofnar was een van de weinige personen die niet gestraft werd voor zijn grappen over de adel. Hierdoor had hij een vreemde positie; hij stond onderaan de sociale ladder, maar door de invloed op de adel en de vorst kon hij in de hoogste kringen doordringen. Vaak werden narren ook als raadgevers benoemd en door de vorst gebruikt om andere edelen te beïnvloeden met hun praatjes. Andere hovelingen hadden vaak een hekel aan de hofnar omdat die hen voor gek zette.

In tegenstelling tot de troubadour/minstreel, die liederen zong en verhalen vertelde, maakte de hofnar alleen grappen. Hij gebruikte geen muziek of andere instrumenten. Soms had de nar een geestelijke of lichamelijke beperking, wat ze gebruikten om nog grappiger te zijn voor de adel. Vaak werden ze wel voor dom of dwaas aangezien als ze een opmerking hadden gemaakt die niet door de beugel kon. De nar had specifieke kleding aan in de vorm van een vrolijk pak, die vaak rood met wit gekleurd was. Zijn hoed bestond uit zogenaamde narrenbellen en hij droeg een staf of narrestok.

De benaming zot, dwaas en het Engelse woord joker (bijvoorbeeld in het kaartspel) worden soms gebruikt voor de nar. De joker bij het kaartspel kan elke willekeurige waarde vertegenwoordigen. Op deze kaart staat ook vaak een nar afgebeeld. Zie ook de nar in het tarrotspel.

De hofnar verdween in de achttiende eeuw doordat het hof steeds minder belangrijk werd in de samenleving. De macht ging naar bedrijven en publieke instellingen zoals provinciebesturen. Tegenwoordig speelt de nar alleen nog een rol tijdens carnaval; hij staat dan Prins Carnaval bij tijdens de festiviteiten. Ook de hofnar wordt dus in boeken, voorstellingen en films nog wel gebruikt.

Bekende narren :

https://isgeschiedenis.nl/nieuws/troubadour-de-middeleeuwse-muzikant

https://nl.wikipedia.org/wiki/Troubadour

https://isgeschiedenis.nl/nieuws/hofnar-de-brutaalste-persoon-in-de-middeleeuwen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Nar_(persoon)

2. De lente van Capriool

Villanella, Ripresa, Simple, Piva, …

… het duizelt in mijn hoofd!

 

Gedreven door een grote belangstelling voor erfgoed besloot ik om, samen met mijn zus Lutgarde, deel te nemen aan een open dansavond bij Capriool.

Mijn zus heeft heel wat ervaring in het volksdansen en dit was voor haar de drijfveer om kennis te maken met de historische dans. Het werd een leuke avond met veel enthousiaste deelnemers. We besloten om bij te tekenen voor nog 10 lessen.

Week na week smeerden we onze enkels om nieuwe pasjes eigen te worden en ja, soms begon het mij te duizelen. Linkervoet, rechterhand, riverenza, continenza, sequito met daar bovenop nog wat gedragscodes. Deze, sinds jaren gepensioneerde leerkracht, kijkt nederig op naar Herlinde, Marianne, Lieselotte en Johan die ons mee ondersteunen. En dan is er Lieve nog, onze gedreven dansmeester. Ik ben dankbaar voor haar geduld.

Dat Capriool voor juistheid en kwaliteit gaat, werd me nogmaals duidelijk bij een optreden in Watervliet. De ernst waarmee de dansers zich voorbereidden, viel me op. Aan het kleinste detail werd aandacht besteed. Ik sluit me helemaal aan bij wat iemand uit het publiek me achteraf zei: “Heel feestelijk maar ook zacht en stemmig en soms ontroerend mooi.”

Het werd me daar duidelijk: ik moet nog veel oefenen maar dat doe ik met plezier.

Want, indien je me zou vragen: “ En Irène, wat doe jij op dinsdagavond?” dan is mijn antwoord: “ Pastime with good companye.”

 

Irène Willaert

 

 

 

Onze eerstejaars Irène en Lutgarde maakten zo hun eerste optreden mee als aankondiger en technicus en dat deden ze reeds prima. Het enthousiasme in Watervliet op dinsdag 22 april t.g.v. 40-jarig jubileum van Samana Het Noorden zullen we ons nog lang herinneren. Bedankt aan de organisatie voor het hartelijk onthaal, de fantastische dansruimte en het gezellig samen zijn!

 

Mauritsfestijn !

Op 18 mei 2025 herdenken de IJzendijkenaars de 400 ste sterfdag van Prins  Maurits van Oranje Nassau, de zoon van Willem van Oranje, de grondlegger van het huidige IJzendijke. Dit willen ze doen met een groots opgezet festijn door het hele centrum van het dorp.

 

Rond 11 uur aangekomen in het pittoreske IJzendijke mochten we al ons materiaal deponeren in het huis palend aan het Bolwerkmuseum. Zeer hartelijk dank aan de inwoners van dit pand voor deze prachtige kleedruimte!

Het oefenmoment rond de middag vóór de kiosk voelde wat fris samen met de druilerige neerslag…Gelukkig kwam stilaan het zonnetje meer en meer te voorschijn. Rond 14 uur werden de verschillende groepen aangekondigd en paradeerden over het marktplein. Het festijn kon beginnen. Om 15 uur startte onze eerste voorstelling. Rondom de plankenvloer verzamelden zich vele enthousiaste dansliefhebbers. Wij genoten van hun applaus. Na ons optreden konden we rondkuieren en mee genieten van andere groepen in het pittoreske dorpje.

Om 16 uur stonden we terug paraat voor een tweede voorstelling. De organisatoren Nicole en Frans stapten mee door de haag als koning en koningin. Na de liefdesdansen, de bloemendans en het verjagen van “de gemaskerde” konden we met de toortsendans de namiddag afsluiten.

 

 

3. Tafelmanieren

Aan tafel

Bloemlezing uit een vijftiende-eeuws kookboek door Francine Nuyttens

Een echte eetkamer bestond niet. Men gebruikte schragen en planken die dienst deden als tafels, zodat, naargelang van de grootte  van het gezelschap een of andere kamer gebruikt kon worden. Na de maaltijd werd alles opgeruimd zodat de kamer zijn oorspronkelijke bestemming terugkreeg (bv. Slaapkamer, ontvangstzaal). Fijn damast werd gebruikt voor het tafellaken en voor servetten. Een gedeelte van het tafellaken werd dubbelgevouwen en deed dienst als servet. Vanaf de 16de eeuw bestaan er afzonderlijke servetten. De keuken lag zelden dicht bij de eetkamer, zodat de gerechten nooit erg heet opgediend konden worden. Verder waren de kamers nooit lekker warm zoals wij nu gewend zijn.  In een kamertemperatuur van 15 à 17°C gaat het vlotter om met de vingers een een lepel te eten. Verschillende gerechten werden terzelfdertijd opgediend. Na het dekken van de tafel werden de snijplanken neergelegd, naargelang de status van de eigenaar in het hout, tin, zilver of goud en daarop een stuk hard gebakken brood; dan het zoutvat, de kannen, glazen of kroezen en de nodige borden/kommen voor de soepen. Op de stoelen of banken werden kussens gelegd.

De gasten zaten langs één zijde van de tafel. Het blad was trouwens iets te smal om langs beide zijden te gebruiken en het was gemakkelijker voor de bediening. Als er een spektakel was konden de gasten bij het eten genieten van het optreden van muzikanten, dansers, goochelaars, hofnarren, enz…

Hulpmiddelen bij het nuttigen van het voedsel waren lepels, de vingers (niet zo maar de ganse hand), messen. Een vork diende enkel als steun bij het vlees snijden en zag eruit als onze moderne voorsnijvorken.

Het eten werd op het brood gelegd. Het doorsopte brood werd na de maaltijd aan de honden of aan de armen gegeven! Soms ook wel gebruikt om saus te binden. Diepe borden (feitelijk komvormig) werden gebruikt voor de soepen. Uit hoffelijkheid deelde een heer zijn bord met een dame, een regel die in de 16de eeuw verdween. De handen en kleren dienden rein te zijn.

 

4. Kalender

– zondag 06/07 Renaissance en Volkse dansen in het Cultuurcentrum Zwijgershoek te Sint-Niklaas vanaf 15u.

– zondag 20/07 Workshop historische dansen in het Baudelopark om 18u.

– maandag 21/07  Workshop historische dansen in het Baudelopark om 18u.

– donderdag 24/07 Renaissancedans met live muziek in het Gentse stadhuis Pacificatiezaal :  Mercator ten tijde van Margaretha van Parma

Voorstelling om 14:15   om 15:15 en om 16:15

– dinsdag 23 september opendeuravond van 19:30 tot 21:00 uur in ’t Geestje te Mariakerke

Oefen de dansen van het hof uit de 15e-16e eeuw zoals een edele dame of een edelman…